woensdag 2 januari 2013

Laatste licht

zaterdag 5 september 2009


Laatste licht

Een laatste licht viel over het sombere avondland. De duisternis kwam spoedig aanzetten. Thomas, de zwerver van de woordendroom, was eenzaam in de spokentuin, die had aangelegd met zijn herinneringen. Er stonden overal beelden in die tuin. De versteende beelden staarden hem onwezenlijk aan. Alsof ze hem gevangen hielden in zijn herinneringen. Hij was eenzaam en verdrietig. Tranen verlieten zijn groene ogen, die eenzame avond, dacht hij na over het leven.Jullie hadden vriendjes, mensen die van dezelfde grapjes hielden, hij niet. Hij hield niet van grapjes en had daarnaast geen vriendjes om serieus tegen te zijn. Ze waren hem vergeten, omdat ze er nooit waren geweest konden zij zijn herinneringen niet voeden. Hij zag alleen de versteende beelden, die hem aankeken in zijn dromentuin. Langzaam werd het donker, kroop er een nieuw spook, in zijn eenzame sombere geest. Een spook met een gezicht, een spookachtig gezicht.In zijn gedachten leefden geen grappige mensen. Hij liep naar de oever van de woordenrivier en stak zijn stokje in het golvende water van het alfabet. Hij dacht even dat hij kon toveren, dacht zelfs aan een gedicht met heel veel woorden. Thomas sloeg opnieuw een etmaal over, met de betovering van onschuld in zijn dromenland, dat ergens aan de oevers van een onstuimige rivier, in een bijzonder land achter de heuvels, lag.De nacht was als een stoute jongensdroom over de sombere stad gevallen. De kleuren waren veranderd, de gedachten versmald. Zijn fantasie hadden ze gestolen, om hem alleen te laten in de nacht.Tegen de muren stonden schilderijen, met kleuren zo rood als een paprika die te lang had genoten van de Spaanse zon. Toen eigenlijk alles wat hij dacht poëzie was, omdat hij het niet op hoefde te schrijven, omdat alles wat niet opgeschreven was, een veel dichterlijke kern had, dan het opgeschreven woord. Dat was hem altijd bijgeblevenThomas probeerde in zijn dromen te antwoorden, maar de nachtspoken namen hem mee naar duistere oorden, verder weg van de werkelijkheid dan ooit. Hij had een diepe regelmatige ademhaling. Zijn grijnzende mond stond een beetje open. Hij droomde niet over de heer B. Bloot. Hij droomde ook niet over de nacht, hij had geen dromen over de liefde. Er kwamen weer allerlei herinneringen in zijn dromen, en de belevingswereld daarvan was zo intens, dat het net leek alsof hij weer terug in die tijd leefde. In die tijd tussen de versteende beelden, die hem bleven aanstaren Deze gevoelens bleven dagenlang bij hem, totdat hij besloot zijn vroegere vriendin een brief te schrijven, maar zij bleek slechts te bestaan in zijn dromen, en diegingen altijd na een tijdje voorbij in die droomwereld.



*

© september 2009, mobar

Geplaatst door Mobar Vorstkasteel op 11:49 1 opmerking:

Mobar Vorstkasteel9 september 2009 16:24

Twee duimpjes geen reactie.

Weggehaald en herziene versie geschreven.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten