dinsdag 11 december 2012

Alfons en Thomas

donderdag 27 oktober 2011


Alfons en Thomas

donderdag 29 oktober 2009





Alentejo 1/7







Gelukkig duurde het niet lang voordat blonde Thomas en Alfons de camping in Evora, de grootste stad van de Alentejo hebben gevonden. Het is een stad met 35200 inwoners in Zuidoost-Portugal, hoofdplaats van de historische provincie Alto Alentejo. De stadscamping is eenvoudig een rechthoekig stuk land omringd door een muur en een hek met in het midden sanitaire voorzieningen. Er staan wat kampeerauto's en een paar tenten. Thomas is benieuwd met wat voor avondeten zijn reisgenoot Alfons straks komt aanzetten. Alfons is nu al een tijdje weg. Het is nu donker. Thomas zit nog steeds alleen voor de tent. Zojuist is de verlichting op de camping aangegaan. Thomas vraagt zich af of iemand dit vakantie dagboek ooit zal lezen, maar hij blijft schrijven in het zwakke schijnsel van de campingverlichting . Straks gaat hij verder lezen in de spannende misdaadroman:Joopvan de schrijver Mobar Vorstkasteel. Hij heeft het eerste deel gelezen en is zeker benieuwd naar meer.De weg hier naar Evora toe was overweldigend, een gloednieuwe snelweg door berglandschap, prachtige rotspartijen in fel zonlicht, prachtige witte dorpjes, rivieren, en beboste dalen langs de door het landschap kronkelende verkeersweg. Blonde Thomas had er goed naar gekeken, maar nu in de avond is Thomas moe en voldaan van alle indrukken van het land. Hij denkt na over het geheim van een goede smartlap schrijven. Het geheim van een goede smartlap schrijven is gewoon jezelf zijn. Thomas vindt dat geen beklagenswaardig bestaan. Het is heerlijk om in dit zonnige buitenland te zijn. Thomas zong vroeger ook altijd in het donker. Thomas zong vroeger complete smartlappen in het donker, hij is blij niet meer zo eenzaam te zijn als in de weken voor de vakantie, toen er dagen waren dat Thomas zo eenzaam was dat werd gedacht dat er eigenlijk niemand op de wereld zo eenzaam op de wereld was als Thomas, tot treurige waanzin gedreven door irrationele drijfveren van moeder en schizofrene jongste zus. Thomas moest weg uit het kikkerland van familieverdriet en jeugdellende, om weer Thomas te worden, de Thomas van vroeger en de toekomst. De Thomas die er weer tegen kan. Het is kwart over vier op de stadscamping in Evora, Thomas drinkt een bekertje tien jaar oude Priester Port, heerlijke zachte smaak, wat een ontdekking, heerlijk op een warme nazomermiddag. Een echte Portugese drank. Gisteren pas om 10.00 uur in de avond gegeten, een heerlijk biefstukje met veldsla en aardappels. Tijdens de nacht weer vaak wakker geworden van blaffende honden en onbekende geluiden en natuurlijk weer de nachtmerries der nachtmerries gehad, zal wel komen door het niet gedichten schrijven, of door het heerlijke eenvoudige eten, een laatste glaasje Port.Toen het ochtend was vertelde Thomas aan Alfons over de nachtmerries. Het wordt tijd voor overleg met een psychiater om hier over te praten was de conclusie, maar Thomas heeft een levenslange allergie voor psychiaters, mede door wat zijn vroegere vriend Hubert is overkomen, door toedoen van de hulpverlener Jeroen Splinterman. Alfons en Thomas zijn naar de hypermercado geweest, dat is een grote supermarkt waar ze van alles verkopen, heerlijke grote winkels met een ruime keuze aan levensmiddelen. Ze kochten er broodjes en kaas, en de fles Port waar Thomas nu van geniet. Ze hebben veel gesproken over het Zoek Jezelf in Jezus Collectief en het gebrek aan perspectief van dergelijke verenigingen. De vreemde beslissingen die er worden genomen, en de onmacht die Thomas voelt. Blonde Thomas en donkere Alfons zijn vandaag de stad Evora in geweest en hebben daar wat foto's gemaakt.De stad maakt een wereldse indruk en herbergt een prettige mengeling van locale bevolking en toeristen. Er is van alles te koop, tot en met het meest moderne, en er is de herinnering aan het verleden, het indrukwekkende verleden van deze stad, midden in de heuvelachtige provincie van de kurkeiken, en de zinderende zon. Het is vandaag erg warm, morgen gaan ze naar een camping aan de kust. Thomas heeft vanochtend een lekkere warme douche genomen. Dat is goed voor Thomas.Evora is een stad met een mondiale uitstraling, kleiner dan Utrecht en leuker dan Amsterdam, met veel moderne mensen en winkels. De moeite waard om deze stad bezocht te hebben.















*



© september 2009, mobar















































....



Geplaatst door Mobar Vorstkasteel op 14:27 0 reacties Witte kraanvogels 2/7







Blonde Thomas en donkere Alfons vertrekken om kwart voor elf van de natuurcamping in midden Portugal. Ze hebben matig geslapen tijdens de nacht, luidruchtige muziek van een feest elders in de stad. Het nadeel van een tent is dat je werkelijk alles kunt horen. Tot diep in de nacht dringen er geluiden tot je door. Urenlang blaffende honden die elkaar met geblaf antwoorden in deze wereld van mensen, op reis en niet op reis, en vanaf vroeg in de ochtend kraaiende haantjes, het schijnt bij dit land te horen, altijd maar kraaiende haantjes in de ochtend om blonde Thomas en donkere Alfons wakker te maken. Voor de rest een redelijke camping, met een supermarkt in de buurt, en gemoedelijke sfeer van vakantie. Bij vertrek op zoek naar een tankstation waar LPG getankt kan worden, niet gevonden, blonde Thomas steekt een sigaartje op. Er volgt een woordenwisseling omdat Alfons plotseling weer een tankstation binnen rijdt terwijl Thomas aan het roken is. Een sigaartje moet je niet onderbreken met een onverwachte situatie.Thomas en donkere Alfons zien koeien in een weiland omringd door witte koereigers die Thomas het zwijgen opleggen. Prachtige witte kraanvogels op lange poten die rond de koeien lopen. De kraanvogels waar Thomas ooit een prachtige droom over had.Het lijken wel Heilige vogels in een Heilig land, een diepe vroomheid overvalt de anders zo ongelovige Thomas. Hij laat zijn meest betoverende glimlach zien aan Alfons, die weemoedig de andere kant op kijkt. Wat zijn dit bijzondere momenten, momenten die een vakantie naar een ver land zo bijzonder maken. Blond gelokte Thomas hoopt dat het een langdurig zwijgen wordt want hij baalt van zijn eigen onredelijke woorden. Thomas kan vaak nogal onredelijk zijn, gelukkig kan Alfons daar heel goed mee omgaan. Het landschap op weg naar de kust is werkelijk prachtig, de mooiste kurkeiken, de één nog mooier dan de andere, door de tijd, een monument, allemaal monumenten, natuurmonumenten, van tijd en eerbied. Hele mooie parasoldennen van een soort met lage vertakking vlak boven de grond en eindeloze eucalyptusbossen met oude en jonge bomen, twee kleuren groen, twee verschillende vormen blad. Dit is een langdurig zwijgen wel waard, zwijgen in deze omgeving is iets prachtigs, omdat de omgeving zo veelzeggend is, hoeft er niet meer te worden gesproken, en mag het zwijgen enige tijd duren. Thomas denkt nog na over de witte kraanvogels, rond de koeien.Hij vergelijkt de schoonheid van de prachtige oude krukeiken, allemaal door de tijd gevormd tot oude natuurmonumenten met een bijna menselijk karakter. Ze zijn niet te vergelijken, allemaal even uniek, zo grillig van karakter en uitstraling.Een eindje verder tanken Alfons en Thomas benzine voor de oude Duitse gezinsauto, bij het tankstation is ook een cafetaria, met een parkeerplaats met zonnewering, vlak daar bij staan grote rozemarijnplanten, heerlijk geurend in de volle zon, deze planten kunnen hier beter tegen de winter dan thuis in Nederland, waar in de winter alles kapot vriest. Door een industrieterrein nabij Sinès verder naar het Zuidwesten van Portugal.Als ze om half twee op de camping aan komen zetten ze de tweepersoonstent op, op een grasveld op een verhoogt stuk duin, uitzicht op zee, een lekker frisse wind, die over het land waait. Een heerlijke ruime camping, met veel Portugese weekendkampeerders, die vriendelijk gedag zeggen. Alfons en Thomas zijn met de auto naar zee gereden en op het strand gewandeld. Op het eilandje vlak bij het strand staan de overblijfselen van een oude Romeinse nederzetting. Bij het strand ook één. Donkere Alfons heeft alles gefilmd. In de middag zijn Alfons en Thomas naar het dorpje Porto Covo gegaan en daar vandaan ook gefilmd. Alfons en Thomas zijn de enige Nederlanders, daar gaan ze vanuit. Thomas heeft een gevoel van geluk ontdekt. Hij heeft van die zonderling domme gedachten over dat hij altijd uitgaat van het slechte in de mens, op zoek naar schuld en onschuld, maar tijd en ruimte is maar tijdelijk, het gaat erom hoe jij de werkelijkheid voelt. En die werkelijkheid is prachtig,net zoals de witte kraanvogels die ze die middag hadden gezien. Een prachtige werkelijkheid tijdens een zonovergoten vakantie in de Alentejo.







*



© september 2009, mobar







































....



Geplaatst door Mobar Vorstkasteel op 14:27 0 reacties Zuidelijke kusten 3/7







De plannen om tijdens deze persoonlijke reis naar het Westelijke Zuiden van Europa, en terug, een aantal prachtige gedichten te schrijven zijn tot nu toe nutteloos gebleven, ondanks alle voornemens heeft blonde Thomas nog steeds geen geschikte woorden gevonden, laat staan een gedicht geschreven, terwijl eigenlijk heel veel tijdens deze vakantie de aanleiding voor een gedicht had kunnen zijn: Een weg vliegende roofvogel met grote vleugelslagen, een rode eekhoorn die snel een boom in sprint, de heldere blauwe hemellucht, de kleine witte dorpjes tegen de rotsachtige bergen, de prachtige boompartijen van Eucalyptus, Kurkeiken en oude olijfbomen , riviertjes, bloementuinen, het zwijgen van twee vrienden, het is allemaal de moeite waard om er iets over op te schrijven, in een notitieblok, maar daarmee zijn het nog geen gedichten, het zijn slechts woorden op zoek naar geluk. Notities van een bijzondere vakantie die de relatie tussen Thomas en donkere Alfons weer in het goede spoor moet krijgen. Na alle strubbelingen van de afgelopen jaren hebben de twee vrienden dit verdiend.En hoeveel geluk kan er eigenlijk in woorden zitten? Is zwijgen niet vaak een veel betere oplossing? Zwijgen over alles wat er tussen de regels zweeft? Over alles wat niet door de natuur is uitgevonden, of door de wetenschap bevestigd? Is zwijgen eigenlijk wel een straf, kan zwijgen ook niet een vorm van geluk zijn? Maar wat als iedereen blijft zwijgen? Als er nooit meer iets gezegd wordt? Een ongekende dimensie, en onuitgesproken gedachten, de projectie van een lezer op een nooit geschreven gedicht?Thomas vindt het maar vreemde gedachten, maar hij schrijft verder in zijn aantekeningenschrift, probeert alles te onthouden tijdens deze persoonlijke reis.Zijn gedachten zijn misschien nu wat vreemd, maar ze kunnen later nog van pas komen.Er staat hier ook veel ruige wind, ze gaan naar de Cabo de Vicente, beroemd om de straffe wind, het Zuidelijkste stukje vaste land in deze regio van Portugal. Donkere Alfons en Thomas kopen daar een authentieke honing en enkele regionale ansichtkaarten met fotografische afbeeldingen van de indrukwekkende rotskust. Het duurt even voordat het lukt deze te bemachtigen, vanwege de mensen die allemaal verrukt lijken te zijn over dit stukje commerciële beschaving te midden van een indrukwekkende omgeving van ruige rotspartijen en onstuimige zee.De kusten zijn hier echt stijl, het smalle strand is slechts met steile trappen te bereiken.Het is een plek waar veel toeristen komen, bussen vol Hollanders met televisiekleren, oranje sjaaltjes, en woeste kreten, veel Duitsers en toeristen uit heel Europa, al die drukke mensen en een straffe wind maken dit bezoekje vermoeiend. Er wordt nog een ansichtkaart gekocht voor de ouders van ongelovige Thomas. Alleen voor het idee, zo ver weg te zijn, zo ontzettend ver weg te zijn, helemaal in het Zuiden, alsof je Afrika kunt ruiken. Een ansichtkaart helemaal van daaruit terug naar Holland, het land van de kaaskoppen.Terug naar de camping, even buiten het dorp, eerst langs een keramiekwinkel, met een enorme uitstalling aan keramiek, veel redelijk geprijsde aardewerken artikelen, maar niet echt bijzonder, een tijdje rondgekeken, en weer weggegaan. Daarvoor waren Alfons en Thomas een vissershaven, waar Alfons nog wat gefilmd heeft. Oude boten, en kleine roeibootjes aan touwen vast gemaakt. En vreemd genoeg ook een klein rubberbootje temidden van alle boten van hout, polyester, en staal. Thomas werd er verdrietig van, zo'n nietig rubberbootje, het had wel iets.Het had wel iets poëtisch hier in dit verre land.Het eten valt een beetje tegen, een Portugees visgerecht, Thomas eet de helft op, het is niet lekker klaargemaakt. De camping staat vol met Duitsers, en Thomas en Alfons horen tot laat in de avond Duits praten. Er wordt nog een tent in de buurt van die van de twee vrienden opgezet met zenuwachtig gehamer, daarna val Thomas toch in slaap en droomt dat hij een psychose heeft een nare droom, hij rookt ‘s nachts een sigaret in de tent. Dit soort dromen maken het leven voor ongelovige Thomas niet gemakkelijk, het zal wel door de wakkerende wind komen, deze plek staat bekend om de straffe wakkerende wind. De wind maakt veel lawaai tot tegen de ochtend. Het kamperen is soms afzien. Er is behoefte aan een levenslied, een levenslied voor blonde Thomas en donkere Alfons, de reisgenoten. Er is behoefte aan eenvoud in gedachten, maar Thomas kan het niet laten, zoekt woorden om de nare droom te omschrijven, maar dit is geen moment om rationeel te zijn, gevoelens hebben de overhand. Gevoelens hebben heftig de overhand. Gevoelens komen aanwaaien als de onstuimige wind en verdwijnen weer in de luwte. Het wordt weer tijd om verder te reizen, meer naar het Oosten verder de provincie in. De spullen worden weer ingepakt. De auto volgestouwd met de kampeerspullen om te vertrekken in Oostelijke richting.











*















© oktober 2009, mobar

Geplaatst door Mobar Vorstkasteel

zaterdag 8 december 2012

30 oktober 2011

zondag 30 oktober 2011


Winterdroom

De grote vogels, ondubbelzinnige nachtraven vliegen als doodsbroeders naar de helderende zon. De prachtige zon, die morgen weer op komt in een ander vervreemdend land, dicht bij nergens, als in een mistige brief beschreven.

In diepte van leegte onder de nacht van de verloren horizon slapen de mensengeesten zonder de oorlog te vergeten. Ze laten wolken vol luchtkastelen achter.

Illusies als zeepbellen. Sombere wolken met trieste dromen. Dromen als illusie, projectie van een ziel, meerdere zielen. Een verloren ziel, een ziel die niet eerder bestond. Een ziel die geen bestaansrecht weet te vinden. Meerdere zielen.

Alberto Kruisvaan, je denkt nogmaals aan de man, de schrijver van de natuur.

Je onderneemt zinloze pogingen voor een breder begrip. Een breder begrip van beschaving zonder verspilling. Zijn innerlijke ik, de ik van beschaving, is vertwijfeld, verward. Beschaving voor zijn dood, zijn vervlogen ziel. Vervlogen dromen. Onzichtbare wereld. Je staat hier bij die boom, en denkt over het leven. Het verleden, het heden en de toekomst, het lammetje, geboorte. De bloemen die je voor jouw moeder plukte. Ieder voorjaar in de tuin, achter het huis. Maar de kleuren van de Herfst stemmen je somber. Er heerst een grijze leegte in jouw brein, je staat stil. Stil bij alles wat je moest loslaten, laten gaan. Omdat vasthouden wreder was, ondragelijk, misschien. Je had een keuze. Maar was die keuze wel vrijwillig, of zat er een hersenschim in jouw rugzakje, wat je altijd voor de zekerheid bij je droeg.



Het is hier koud en veel te eenzaam in de nacht, verlaten, stil en droeve angst zaaiende gedachten vreten je op. Je denkt aan hem en hoe hij was als mens, als man, met hart en ziel. Hij de grote schrijver over de onstuimige natuur, wolven en beren en eenzaamheid. Alberto Kruisvaan, zijn naam zoemt door jouw hoofd, terwijl je jouw droom probeert te begrijpen. Je stelt je weer voor hoe hij was als mens, als mensenziel op aarde.



Je begeeft je in een eeuwenoud bos, waar de winterelfjes kleine lantaarns langs het pad laten schijnen om de winterherten eens goed te bekijken. Het zijn mooie dieren. Hele mooie dieren. Ze horen bij de wonderbaarlijke witte winterwereld.



Deze maanverlichte wereld ademt vrede, zelfs de boskabouters wenen niet langer over armoe en honger, uitzetting of ontzetting. Ze zijn tevreden met een paddo, een natuurproduct dat nog altijd te vinden is in het eikenbomenbos en niet via het internet verkrijgbaar.



Op zoek naar voedsel draven de dieren over het hertenpad, verzamelen ze zich, om elkaar te warmen met elkanders aanwezigheid in de duistere nacht in het bos, dat hier droomachtig in het droomland ligt, onder een tapijt van witte sneeuw, met slechts winterse stilte aan de horizon, die in de verte een stad laat zien.

Soms speelt het leven zich af in de droomslag van een wonderbaarlijke droom, een dromerige wereld, waar dieren vredig samenleven.



Er komen nooit levende mensen hier midden in het eikenbomenbos. Het is veilig om rond te struinen, als dier, als prachtig hert. Je kunt je helemaal voorstellen hoe dat moet zijn. Je hoeft geen mensen hier te vrezen. Je hoeft geen boeken hier te lezen.



Je mag je als analfabeet aan een boom vast houden.















© oktober 2011 - mobar

vrijdag 7 december 2012

30 oktober 2011

zondag 30 oktober 2011


Koffie

Je bent eindelijk terug in de oude havenstad na de lange vermoeiende treinreis door het land van de regenweelde. De eenzaamheid heeft geen einde, je had dit alles niet kunnen vermoeden.

Het is al laat. Je bent vermoeider dan je ooit had kunnen weten. En jouw vermoedens waren al zo vaak vervreemd van jouw gewoontes, die je nodig moest veranderen. Je had er nauwelijks nog besef voor een gevoel van tijd. Tijd zoals in het heen en weer slingeren van de klepel van de klok in het oude huis waar jij vandaan kwam, na het horen van het droeve nieuws, was je onmiddelijk op de trein gestapt.



Nu ben je terug in de oude havenstad, in een oude woning aan de Aalscholverkade. Je krijgt dorst. Voorlopig een blijvende dorst. Je ziet de openstaande deur en loopt door de hal naar een andere deur met een achterliggende keuken. Het is een kleine maar handig ingerichte keuken, met spiegels aan de raamkant en een kleine tafel bij het raam. Er staat een koffiezetapparaat dat zich door jou laat bedienen. Het bruine goedje drupt langzaam uit het tuitje. Je herkent de grote glanzende spiegel die ook in de kleine keuken hangt. Je laat de koffie een beetje lauw worden. Jouw gedachtes gaan trager dan jouw voelen, dat zich kenmerkt door een rillend lijf omdat je nadenkt over het droeve nieuws. Een leven lang biologische groente en geen vlees gegeten en dan toch kanker, maar oud geworden, oud met een hevige pijn, verraderlijke pijn, die niet meer met morfine was te bestrijden. Totdat jouw buurvrouw tenslotte het leven liet, bijna negentig, maar toch nog door een ziekte geveld. Een leven vol herinneringen heengegaan.Op de Aalscholverkade staan de oude havenhuizen met hun daken in wind en regen, en door het water van de brede grachten voelt het koud en vochtig aan. Er draalt een Herfstige weemoed door jouw levensaders, omdat je weet dat jouw verjaardag voorspoedig is. Ooit zal de dood ook jouw verjaardag herhalen en tenslotte vervagen, een roestige vlek in een emmer vol sop. De koffie blijft lauw in de keuken.



Je denkt aan de oude overleden buurvrouw, haar naam, schrijf je op een leeg stuk papier, en je legt het papier bij de oude foto’s.



Je geniet van het lauw worden van de koffie en bekijkt de kleine keuken nu wat grondiger, met ogen die een besef van bewustzijn verkondigen. Hier heb je ooit als één van de eerste mensen op aarde het boek: Leven zonder liefde gelezen, twee keer achter elkaar, en sommige hoofdstukken wel drie of zelfs vier keer. Je leerde te begrijpen wat dieren bij gebrek aan liefde doen, en waarom mensen zoveel trager denken, dan dieren in eenzelfde situatie. Je leerde te begrijpen waarom de aard der dingen steeds een dualisme is tussen ingewikkeld en eenvoudig, niet tussen goed en kwaad of licht en duister.Je leerde hoe de mens zich zonder liefde kon gaan handhaven in een liefdesloze maatschappij, maar je las ook de schaduwzijde, het cynisme dat de schrijfster ten slotte ten gronden richtte, en haar deed besluiten zichzelf de dood toe te brengen door verhanging aan de sterkte onderste tak van een taaie wilgenboom aan de oevers van het spiegelmeer in het land achter de horizon. De lauw geworden koffie smaakt bitter, de verwarring neemt langzaam af.Je wordt al weer wat rustiger. De oude buurvrouw had zoveel te vertellen. Je zou wel een boek over haar leven kunnen schrijven.

Je kunt mensen voorzichtig aankijken zonder de blik af te wenden. Je durft weer met meer dan twee woorden te praten en een discussie aan te gaan over het geloof, maar je houdt niet van dat absolute, kiest liever voor de nuances van de dierenwereld en de sprookjes van de lente zoals de alleenheerser ons die gaf, zonder oordeel, of vooroordelen. Het ergste leed lijkt nu geleden, jouw artistieke blik valt op een boekenkast waarin alles behalve kookboeken pronken. Je vindt een dun boek in de boekenkast. Je ziet de naam van de auteur: Jeroen Wintertoon De naam van de zelfmoordenaar. De sociaal pedagoog. Die mierenneuker die de late jeugd van Hubert Stuipje naar de knoppen heeft gebracht. Hoe kan het anders. Dit was zijn oude havenhuis. Zijn persoonlijke boekenkast. Zijn particuliere binnenwereld. Zijn individuele keuken, uitgaanscentrum, danszaal, televisiekamer, vermaakruimte.



Nu kom je dichter bij de bron. Dit is spannend en vraagt alle concentratie.Je leest de titel van het boekje: De dood slaat geen varken.Je begint aandachtig te lezen, je slaat geen enkel woord over.Wat kon die man schrijven, jammer dat hij ervoor koos om naar de andere kant te gaan. Maar wat had hij nog voor een keuze? Toen bekend werd dat hij Hubert Stuipje had misleid was zijn carrière naar de knoppen en hing hij zijn ambities aan de wilgen. Maar de vreemde woorden in dit boekje. Dit wonderlijke smoezelige boekje uit zijn boekenkast. De dood slaat geen varken Je weet nu zeker dat je hier niet voor niets naar toe bent gekomen. Je voelt dat er een puist op je rechterbil zit en dat de keukenstoel wiebelt. Maar er zit een eenvoud in het wiebelen die je naar het leven doet snakken. Je leest de overeenkomsten met de filosofische uitspraken uit Leven zonder liefde En je begrijpt eindelijk waar het in het leven allemaal om draait, en dat alles niet voor niets is geweest. Je neemt nog een slok van de lauwe koffie. En besluit het oude huis voorgoed te verlaten.















© oktober 2009 - oktober 2011 mobar

woensdag 5 december 2012

dinsdag 1 november 2011

dinsdag 1 november 2011


Terug naar Amsterdam

Hij dronk whisky alsof het bier was, als hij naast zijn zwembad lag. En hij had het geld om de duurste whisky te kopen, voor in de zon op het zwembadterras, dat naast zijn kleine zwembad lag. Meestal betrof het Schotse whisky, maar hij dronk ook sterke drank uit Ierland, Canada en Frankrijk. Er was zelfs een fles uit Australië, en enkele uit de Verenigde Staten op het zwembadterras. De mensen in het dorp, Knotaraa, waar Arnold in een paar jaar van onbekende idioot naar beroemde burger was geworden, waren verdrietig geweest. Arnold Roodkop had al maanden niet meer geschilderd. Dat had de lokale bevolking tot treuren gestemd.


Arnold’s wanhopige liefde voor mevrouw B. Bloetlag en zijn voorkeur voor onbereikbare liefdes hadden van hem een schrijver gemaakt.



En op een schrijver zat niemand te wachten, die waren er al genoeg in het dorp tussen de coniferen nabij de zee, waar de mensen doorgaans gelukkig waren.


De meeste boeken stonden ongelezen in kasten, die in de huizen stonden om stof te verzamelen. Niemand las er nog een boek sinds het Internet gemeengoed was geworden, en de buitenlucht de zintuigen had geprikkeld.







Hij kon schrijven totdat hij een ons woog, maar niemand las zijn boeken.







Boeken hadden geen nut meer, en waarom bossen kappen voor boeken? Waarom bomen slopen voor boeken? Een laptop bij het zwembad is geen probleem. En hij was weer terug naar Amsterdam verhuisd omdat het daar veel gezelliger was, en meer ruimte voor een dakterras om met zijn laptop op te zonnen.







Hij was uit het dorp vertrokken met veel misbaar en misplaatste trots, maar hij kon niet anders. Hij moest ergens anders heen. De pauwenveren in zijn reet waren niet bedoeld om de vuile was buiten te hangen. De vuile was niet bedoelt om de pauwenveren te besmetten.







Arnold Roodkop was ondanks zijn roem, altijd een gewone man van het volk gebleven, maar het was juist het volk wat zich zo van hem had vervreemd. Hij begreep het volk niet meer, terwijl het volk hem, Arnold Roodkop nog wel begrepen, en met zoete taarten verwende.







Hij was een bewogen schrijver die er bij voorkeur geen doekjes om wond. Een rationele denker met een voorkeur voor vrouwelijk gevormde ministers met kloten die stijf stonden van de hormonen. Hij hield van regenten met een zachtaardig hart, met een nauwkeurig ritme, en gevoel voor de regelmaat der dingen. Hij wist al op wie hij ging stemmen, en hij hoopte dat zij zich weer kandidaat zou stellen. Na de genoten whisky nuttigde hij een paar vierkante blokjes oude kaas van ongeveer een centimeter bij een centimeter. Toen pakte hij zijn jas en ging hij naar het schoollokaal om er te stemmen.







Hij wist al op wie hij ging stemmen, ja weer op een vrouw, want die waren er nog te weinig in de politiek en die konden zijn stem wel gebruiken. Hij keek als eerste op de lijst van de partij voor de dieren. Dat was de partij met de mooiste muze, en de aantrekkelijkste vrouwen. Hij maakte de rode punt van het stempotlood een beetje nat, en plaatste toen een intieme rode stip naast een aantrekkelijk gezicht.







Terug in zijn woning schreef hij een lange brief aan Alfons Antana, een homoseksuele danser en fotograaf, die hij in het Amsterdamse nachtleven had leren kennen.















© november 2011 - mobar

Thomas en Donald in Portugal





Thomas kwam soms in een droomwereld, hij herinnerde zich dan het witte klooster



waar hij als kind was opgegroeid. De dagen tussen de nonnen die met een streng gezicht naar hem glimlachten. Zijn gevecht met zijn ongeloof, wat zich uitte in verzet tegen de komst van Sinterklaas. Hij had ook nachtmerries, dat hij in een zak werd meegenomen omdat hij stout was geweest. Hij had alles aan Donald verteld



maar die geloofde niet in die geest, die dacht dat Thomas het klooster had verzonnen, totdat Thomas het grijze schrift liet zien, met daarin de aantekeningen



van de monniken en de geheimzinnige planten, die zij in de Middeleeuwen op geneeskrachtige werking hadden getest. In het bijzonder de Calumbia Spontakia Vitalica Portugalia, had de aandacht van de twee vrienden, omdat een thee getrokken van het verse blad, kon leiden tot visioenen waarbij het verband



tussen geest en ziel werd gelegd. De twee vrienden besloten om naar Portugal te reizen om te zoeken naar nog levende exemplaren van deze legendarische plant.







13 september 1994, Sàgres, Portugal.



Terwijl Donald D. naar de sanitaire voorzieningen van de eenvoudige camping is, filosofeert Thomas over het leven en religie. God is eigenlijk een soort ijselijke Koningin, uitverkoren om op een zetel te zitten, in luxe te baden, opmerkingen te maken, adviezen te formuleren, gevangenen vrij te laten, bezoekers te ontvangen, geheimzinnig te glimlachen, en meer van dat soort goedbedoelde liefdadigheid, zonder zelf in actie te hoeven komen, wanneer de kust overstroomt, de zoveelste religieuze oorlog uitbreekt, de economie op zijn gat ligt, de werkeloosheid onder aardse mensen schrikbarend stijgt. Alles heeft een boodschap en een diepere bedoeling, door de glimlach van Hare Majesteit, een zorgelijke glimlach. Een glimlach met een diepere bedoeling. We wachten op verlossing, voelen eenzaam nog de troost.Een schizofreen familielid, is een zware opgave voor de rest van de familie.Tijdens een psychose is er vaak geen enkele koppeling naar de werkelijkheid meer,alles wordt gezien als een bedreiging, als groot complot tegen een ziek persoon met grootheidwaanzin, zonder dat zelf te beseffen. Alles in de wereld lijkt zo ontworpen dat het draait om dat éne familielid, voor de persoon in kwestie. De moeder kan het niet uit haar hoofd zetten,en weegt alle woorden met het Katholieke schuldgevoel, van de moeder, immers oorzaak van alles. Er is een nieuw slachtoffer, maar eigenlijk is iedereen slachtoffer, bij zulke extreme waanzin. De hulpverlening is vaak slecht georganiseerd, en helaas nog al eens niet geschikt om een gezin op te vangen in dergelijke nare omstandigheden, die voor veel problemen zorgen.De harde wind is afgenomen, Thomas en Donald D. staan wat later op dan gewoonlijk. Donald D. heeft een voortreffelijk uitzicht op de blonde toeristendichters van een jaar of vijfentwintig. Hij trekt een blikje energiedrank open en plaatst een campingstoel in de zon.De Duitse surfers met het busje dat vlak bij stond, zijn vertrokken,maar bijna alle tentkampeerders zijn Duitsers, dus ze horen veel meer Duits dan Portugees. Op de ansichtkaart die Thomas gisteren had beschreven om naar zijn ouders te sturen, tekent hij met een oranje stift een zon. Alles is bedoelt om de moed erin te houden. Niet laten merken dat je van de hele situatie baalt, dat Thomas van de familieomstandigheden baalt. Op deze manier heeft omgang met de familie geen zin meer, wordt hij er zelfs steeds alleen maar het slachtoffer van. Hij kan de wereld ook niet veranderen. Het enige wat Thomas kan doen is zorgen dat er door wat meer afstand weer rust in zijn leven komt. Rekening houden met zijn eigen perspectief, laat andere mensen hun eigen problemen maar oplossen, hij heeft genoeg aan die van hem zelf.In het sanitairhok staat een lieve lange Franse jongen met krullen in de spiegel naar zichzelf te lachen wanneer Thomas voorbij loopt om te gaan poepen. Donald is herkenbaar aan het persgeluid van zijn ontlasting zoekend naar bevrijding. Thomas luistert er even naar, klopt op het w.c.hokje en zegt dat hij gaat douchen.De jonge mannen waar Thomas eerst zo op afgaf zijn volgens Donald D. bij nader inzien de leukste campinggasten op deze camping, het zijn bekende moderne Duitse dichters volgens Donald. Thomas zal het in de gaten moeten houden. Donald is tot alles toe in staat, met zijn ongereserveerde verlangen, soortgenoten, dichters van de schoonheid van het woord, te ontmoeten. Na de oprichting van literaire uitgeverij HET ZUCHTEND LANDSCHAP, is hij op zoek gegaan naar vooral Duitse dichters, dus het toeval brengt het momenteel veel goeds voor Donald en niet veel goeds voor Thomas. De gedichten van Thomas zijn tot nu toe te licht bevonden voor uitgeverij HET ZUCHTEND LANDSCHAP. Een grote teleurstelling voor Thomas, een oorzaak van een heimelijk verdriet, naast al het andere verdriet. Donald heeft gisteren al een aardig gesprekje over de tent en het tv-net met de Duitsers gehad, ze spraken zelfs Engels zonder accent, wat uitzonderlijk is in deze streken. Donald is in zijn element! Hij is ook op zoek naar Engelstalige dichters, en deze schijnen van een hoog niveau te zijn. Er lopen hier ook drie meiden rond van een jaar of 18 met de uitstraling van een moderne pop. Krulletjes rond een poppengezicht. Eén van deze meiden heeft zo'n verrukkelijke uitstraling dat het Thomas ontroerd en beroert. Alsof het niet de eerste keer is, dat dit gezicht is verschenen, zover van huis, een gezicht uit het verleden.Thomas probeert dit gezicht een plaats te geven. Het is moeilijk dit gezicht een plaats te geven. Donald gaat brood kopen maar wanneer hij terugkomt blijkt dat het brood is uitverkocht.Thomas snuift de geur van het dennenbos diep in zich op, flarden Duits waaien aan met de wind, de geurige Zuidelijke wind, de gierige wind, de accentloze wind.Donald, besluit met de auto naar een supermercado te gaan. Thomas blijft bij de tent om wat te schrijven. Van zijn plan om tijdens deze vakantie gedichten te schrijven is nog niets terechtgekomen. Hij heeft al wel in het dikke boek gelezen, en de gedroogde Calumbia Spontakia Vitalica Portugalia zorgvuldig bestudeert. Hij weet nog niet zeker of hij het verhaal van de Monniken moet geloven, er werd in het verleden zo veel beweerd over de geneeskracht van planten, en de nonnen hielden niet van zijn vrije fantasie.

"Over het boek van de herfstbloemen vertel ik je later Thomas" Mensen denken wel eens dat een vakantie is om uit te rusten of om een vakantieverhaal te schrijven, niets is minder waar, Thomas heeft een belangrijke missie deze vakantie. De Calumbia Spontakia Vitalica Portugalia is een plant die de geschiedenis kan veranderen. De laatste omschrijving dateert uit de Middeleeuwen, toen monniken experimenteerde met een thee getrokken van de bladeren van deze plant. Zij kwamen tot de ontdekking dat een stof in deze thee een verband kon leggen tussen de geest en de ziel. Hierdoor waren zij in staat het monnikenwerk langer en duurzamer vol te houden. Als het Thomas lukt om levendige vitale exemplaren van deze plant te vinden, zal hij zich nooit meer zorgen hoeven te maken over de kwaliteit van zijn gedichten. Er zijn wel beelden in Thomas opgekomen, prachtige beelden om gedichten over te schrijven, het uitzicht over de rotskust, de meeuwen in de lucht, de schittering van de zon over de zee, de heldere hoge blauwe lucht, maar hij vond geen dansende metaforen om het een betekenis te geven. Hij voelde onvoldoende emotie om de beelden te omschrijven als of een zware rugzak uit het verleden hem tegenhield.Alsof hij nog altijd met schuldgevoelens rond liep, op wat hij nooit had kunnen voorkomen, het uit elkaar vallen van een gezin, een gevoel van eenzaamheidwaar hij ieder jaar met Kerst, vaak verdrietig aan dacht. Hij voelde wel die tranen, maar die lagen in zijn hart bevroren, wachtend tot zijn ziel zal ontwaken zou komen. Er zijn wel beelden geweest waar Thomas gedichten over had willen schrijven, maar alles gaat zo snel weer voorbij tijdens het reizen. Hij heeft geen momenten kunnen vinden om iets op te schrijven. Misschien dat ook de lichte teleurstelling over het nuchtere feit dat Thomas geen enkele reactie kreeg op het mooie bundeltje dat hij had vervaardigt en op de markt verkocht had, een rol speelt. De mensen namen het zwijgend in ontvangst, gaven hem een gulden, en kochten even verderop een kilo sinasappelen. En zijn heimelijke verdriet over uitgeverij HET ZUCHTEND LANDSCHAP. Het is niet dat het dichten uit zijn gedachten is verdwenen, maar het is niet leuk afgewezen te worden door de Uitgeverij van je beste vriend, omdat die nu eenmaal een hoger niveau zoekt, en dan het liefst Duits - of Engelstalig.Thomas en Donald D. hebben veel gepraat over het Zoek Jezelf in Jezus collectief, en de onmacht van Thomas om aansluiting te vinden bij deze groep weldenkende wereldburgers. Het lijkt hem nog altijd bitter weinig perspectief te bieden voor zijn regelmatige productie van gedichten voor de vrije geest. Thomas is een autodidact in hart en nieren en wil dat het liefst zo houden. Het is niet makkelijk onbegrepen te zijn, maar Thomas is beslist geen roepende in de woestijn. Alle problemen die hij heeft moeten overwinnen hebben hem zelfvertrouwen gegeven, en van hem een completer mens gemaakt. Hij verheugt zich erop weer met woorden bezig te kunnen zijn. Uiteindelijk moet je het meeste in het leven toch alleen doen. De hoeveelheid antidepressiva die hij slikt is sinds de vakantie gehalveerd, en dat wil hij voortaan zo houden. Donald D. is terug, nu het niet meer zo waait is het erg aangenaam hier. Thomas besluit nog een shagje te roken. Het is nu het begin van de middag, ze overleggen of ze nog wat van de omgeving gaan bekijken om te zoeken naar de Calumbia Spontakia Vitalica Portugalia. "De kans is groot dat we een exemplaar vinden Donald""Ik weet het niet Thomas, er is veel veranderd de laatste tijd""Ik ben er van overtuigd dat we er één gaan vinden Donald""Okay Thomas, laten we maar op zoek gaan dan"

Thomas en Donald hebben nog een stukje authentiek Portugal bekeken. Helemaal in het meest Zuid Westelijke gedeelte van het land.Boerenland in de duinen, veel Agave en andere vetplanten, een totaal andere flora dan in Nederland. Een aantal bijenkasten op het ene na het andere oude landgoed, met kleinvee zoals bonte geiten, guitige zwijntjes, kippen en honden. Veel wilde vetplanten en ook planten met een ruw harig blad, maar nergens een Calumbia Spontakia Vitalica Portugalia. De zoektocht naar deze bijzondere plant lijkt op niets uit te lopen.Of is het verhaal van de Monniken toch niet waar, en is het gedroogde exemplaar een exemplaar van een uitgestorven plant. Zijn alle andere exemplaren door de geiten opgegeten. Op de heenweg kwamen ze een kudde geiten die de weg overstak tegen.







Een aantal Quinto staat te koop. Het zijn oude landhuizen met een rustieke uitstraling. Donald is op zoek naar een naald en een draad om de tent te repareren, één van de ritsen is gescheurd en dat is lastig. Ze stoppen bij een surfwinkel, maar ook daar verkopen ze het niet. Terug op de camping zien ze dat de twee Duitse dichters ook weer bij de tent zijn gearriveerd. De "leukste" zwaait zelfs even naar Donald die de oude Duitse auto bestuurd. Thomas raakt hier niet opgewonden van, en besluit om weer wat te gaan schrijven, bijvoorbeeld over de hier veel voorkomende Eucalyptusbomen, die overal langs de weg staan, de oudere bladeren lang en smal, de jonge scheuten met het typische eucalyptusblad. Ook de dennenbomen zijn uitzonderlijk, vaak vlak boven de grond vertakt tot een prachtige parasol, enorme parasollen zodat het van veraf een soort reusachtig mos lijkt. De natuur laat mooie indrukken achter.Op de camping bij de tent hangt er nog wat was aan een waslijn te drogen. Thomas drinkt een kop koffie en denkt aan zijn kleine woning in Amsterdam. De zoektocht is voor niets geweest, hij moet zich bezinnen op andere wegen om zijn doel te bereiken. Misschien dat het boek over de herfstbloemen hem meer gaat vertellen over de Calumbia Spontakia Vitalica Portugalia.







© november 2009, mobar

zaterdag 1 december 2012

Donderdag 3 november 2011




Beste Jaap,

Nu de herfstwolken, verjaagd zijn door de dunner wordende zon verlang ik al naar het voorjaar, en jouw aan mij geschreven persoonlijke brieven, die ik behaaglijk, moedig levend in mijn soepel vallende avondjurk, verslind, een beetje zoals een troep wolven een konijn. Hoe vordert nu, het onderzoek naar de tussen de wal en het schip geraakte zonderlingen, dat jij met Jeroen Splinterman begon, naar aanleiding van de brieven, van die vreemde snuiter Hubert Stuipje. Een vrijgeestige kunstenaar, die tegen het einde van de vorige eeuw schilderde, op canvas en op witte binnenmuren. Een zonderling die er een merkwaardige reputatie op na hield omdat hij huilde in de nacht, met een lage toon, die tot in de verte was te horen, en die normale mensen niet konden onderscheidden van de eenzame nachten en de frisse meiden, die al vroeg het voorjaar roken, de meeste schimmen werden stoffige spoken. Ik weet het Jaap Smet, de schaduw van de wind is een soepele held, en jouw gepoederde voeten, op zoek naar het grote geld, wat je aan de wetenschap wilt gaan schenken, zodat zij iets nieuws kunnen bedenken om de toekomst mee te verrijken, er schuilt weer hoop achter de dijken. Ik wens jou en Jeroen, veel te doen en vooral veel leeswerk te verrichten. Er schuilt een waarheid in vele gedichten en deze waarheid kent vele gezichten. Hopelijk zien de mensen voortaan in dat de koe weer in de wei hoort te staan wanneer de zon gaat schijnen.

Groetjes vanuit Haarlem,

Violette Zandheuvel.

woensdag 28 november 2012

1987

1987


Met Jeroen Splinterman heb ik geen contact meer. Ik heb hem geschreven dat hij eerst maar eens wat levenswijsheid moet opdoen voordat hij het nodig vindt om mij liefdesgedichten te sturen. Alles wijst erop dat hij nog maagd is, en dat komt zijn gedichten zeker niet ten goede. Daarnaast vind ik het ongepast om op deze manier met een klasgenoot van mijn dochter te corresponderen. Ik wil niet beweren dat er nog nooit een gedichtenbundel van formaat door een maagd geschreven is, maar in het geval van Jeroen Splinterman zal blijven hopen onverbiddelijk tot teleurstelling leiden. En dan niet alleen in de liefde, maar eigenlijk over het hele leven, en alles wat er bij komt kijken in deze maatschappij waarin levensgeluk in grote mate afhangt van het beheersen van het intellect. Bij sommige mensen valt het niet direct op, dat de logica die ze verkondigen incorrect is, maar bij Jeroen Splinterman heeft alles een betekenis, die iedereen accepteert omdat hij zo jong is, en men geneigd is jonge wijsheid te idealiseren, omdat ze zoveel zachter aankomt dan oude wijsheid, die vaak tragischer oogt van aard.



Jola Hum.





1990

1990


Een bijnaam in de schrijverswereld? Ja, die heb ik, verdiend en gekregen. Niet omdat ik er om vroeg, maar enkel uit behoefte van mijn lezers. En dat is een goede zaak. Het heeft geen enkele zin, zelf allerlei bijnamen te gaan aandragen, uit behoefte een overleden kat nog een laatste eer te bewijzen, Of, en niet minder belangrijk, om weer tussen het volk te zijn. De meeste bijnamen liggen voor het oprapen, en vertellen iets geestig over de aard van de auteur. Er zijn ook bijnamen die alleen over de aard van de auteur gaan en niet over de auteur zelf. En er zijn natuurlijk ook bijnamen die zo voor de hand liggen dat het geen bijnamen meer zijn, maar hoofdnamen, om de mate van bekendheid in te richten naar de behoefte van de binnenwereld. Net als bij de dieren, luistert de mens over het algemeen meer naar de klank dan naar de inhoud, dus ik kan heel goed met Oma Muts leven.



Jola Hum aka Oma Muts.





....

zaterdag 10 november 2012

Leven zonder liefde

2010


Leven zonder liefde




De auteur van een van de meest verkochte boeken ter wereld.



Je probeert te overdenken wie zij is geweest. Ze was net zo snel gekomen als

verdwenen. Een beroemdheid gedurende de monsterverkoop van een bestseller,

een van de meest verkochte boeken aller tijden:





Leven zonder liefde.





Je tracht te weten te komen, als wat voor soort mens zij in haar leven stond. Je probeert te begrijpen hoe zij haar dagen doorbracht. Heeft zij geheimen gehad die het daglicht niet konden verdragen? Had haar zelfgekozen dood een diepere bedoeling? Waarom pleegde zij zelfmoord? Ontnam zij zich van het leven door zich op te hangen aan een oude zware tak van de grote wilgenboom. Liet zij een boodschap na? Is er nog leven na de dood? Is er alleen maar leven na de dood? Is het leven er slechts om dood te gaan? Je weet het niet, maar er is nog hoop. Er is nog hoop zolang de hoop niet sterft, je kan de waarheid achterhalen. En misschien het licht weer zien, wanneer deze verdwaalde nacht van gedachten voorbij is. Waarom is alles zo gegaan?

Je bent bereid om de waarheid te achterhalen. Je hebt er het geduld voor, en de karaktereigenschappen. Jij zwelgt niet in zelfmedelijden. Je bent de juiste persoon. Je bent hier niet voor niets naar toegegaan. Je bent in staat om te incasseren. Dit zuchtend landschap verwachtte jou al lang, heeft al die tijd, seizoenen lang, op jou gewacht. Je bent hier naar toegekomen om over haar na te denken. Om te weten te komen wie zij nu werkelijk was.

Zij was vast een bijzonder mens. Haar woorden over de koekkoek spraken boekdelen. Haar woorden over de oeverlanden, waren de juiste. Ze kende de precieze kleurstelling van alle door vogels gelegde eieren. Ze was geen excuus-Truus, als het ging om de erkenning van de betekenis van het daglicht. Of het nu van boven of van beneden kwam. Ze wees alternatieve therapieën niet bij voorbaat af, haar stem was warm door het blonde lokken van de wind. Ze wist mensen aan zich te binden, kon heel aardig schilderen, hield van pure kleuren. Ze hield ervan om mensen heel dichtbij te laten komen. Het leek een beetje of iedereen uit haar kennissenkring haar persoonlijk bezit was. Ze hield van materiële dingen die ze uitstalde over een tapijt van tijd en ruimte.

Ze hield niet van zweven, was altijd nuchter en deed aan yoga en meditatie.

Ze presenteerde altijd een koekje bij de koffie, een koekje met daarop de eerste letter van de voornaam van de genodigde. Af en toe genoot zij van oesters en champagne, maar ze werd ook blij van een boterham met pindakaas en een glas geitenmelk, die ze met de straatkinderen deelde.

Ze was overal in het dorp geliefd en men probeerde haar over te halen om op zangles te gaan, omdat ze tijdens het praten zo'n prachtige stem had.



En je bent naar haar schrijvershutje in het bos gegaan. Je las het grijze schrift met aandacht en begrip, die bijzondere woorden. Alsof zij de ernst van de natuur begreep als geen ander. Zij wist iets over het leven. Zij wist iets over het voorjaar, en over de liefde, de allesomvattende liefde, daar heeft zij over geschreven tot aan haar dood, daar bij die boom, niet ver van haar kleine huis aan de waterkant, waar nu de herfstbladeren verteren en verder composteren als een ceremonieel afscheid van de zomer en toenadering tot de winter.

Daar zat zij toen, bij de boom van de dichters, na te denken over de liefde, het tekort aan liefde, en het verlangen naar de liefde. Totdat zij tenslotte tot de conclusie kwam dat liefde niet bestond en het inmiddels beroemd geworden feministisch handboek "Leven zonder liefde" schreef, om vervolgens zelfmoord te plegen, wegens het verpletterende succes van dit boek.



Jij staat nu bij die bijzondere boom, en ziet het uitzicht over het water. Je probeert je haar leven voor te stellen, en je houdt het niet droog. Tranen rollen over jouw wangen, hier midden in de natuur, midden in het landschap. Je hebt het koud. Het is Herfst. De avonden worden kouder. Waarom is het zo gegaan? Waarom heeft het zo moeten eindigen? Was er geen weg meer terug? Vond zij geen uitweg meer in haar gedichten? Waar zij er zoveel van heeft geschreven, gedichten over de natuur en het leven. Had zij geen vrienden? Was zij echt alleen maar eenzaam, terwijl er zovele mensen en dieren van haar hielden? Had zij dan niet in de gaten dat iedereen van haar hield?





Je weet het niet. Je staat hier maar te staan. En op het laatst denk je nergens meer over na en voel je alleen nog maar het verdriet en de leegte, omdat zij er niet meer is, en jij haar nooit meer zal vergeten, omdat je haar gedichten hebt gelezen in het oude grijze schrijft. Je kan haar nooit meer vergeten omdat je zoveel waarheid in haar gedichten hebt gelezen. Je zal haar altijd blijven herinneren middels het boek







Leven zonder liefde.







© maart 2010, mobar



Z L

Zuchtend Landschap:



De bomen zijn moe

De wind waait de hoogste bomen krom.
Het is een warme wind. De bomen zijn moe,
jij bent moe, iedereen is moe,
je bent niet meer in staat vooruit te kijken.
Je bent moe van het soep eten.
Iedereen is te moe om vooruit te kijken.
Je kijkt alleen nog maar achteruit.
Iedereen kijkt alleen nog maar achteruit.
Je weet dat je onderdeel van het landschap bent.
Iedereen is onderdeel van het landschap,
het landschap is onderdeel van de natuur.
De natuur heerst over de planeet.
De planeet is een nietig onderdeel van het heelal.
Een natuurlijke droom van het onderliggende speeksel.

...

- mobar -

Maart 2007



donderdag 8 november 2012

De nacht op het verlaten strand




Een verhaal uit het verleden ( 2010 )



De nacht op het verlaten strand



Voor iedereen die mij niet kent, en nooit zal leren kennen, en voor alle mensen die mij plotseling vergeten zijn, door te dromen in het duister, met slechts één verlangen, de behoefte mij uit het geheugen te wissen, door nooit meer aan mij te denken. Dit nachtelijke avontuur is de letterlijke weergave van een droom, zoals ik mij die kan herinneren, door de letterlijke betekenis ervan. Normaal schakel ik voor de uitleg van mijn dromen, de droomdeskundige James Absurdy in, maar omdat die vorig jaar, in armoede en ondervoed, in een stadspark is overleden moet ik het zelf doen. Ik ben nog steeds die ongelovige Thomas, die jullie kennen uit mijn verhalen, ik laat mezelf geen oor aan naaien, nog geloof ik dat ik zelf alles beter weet dan een ander. Ik volg gewoon mijn gevoel en overleg zo goed mogelijk met mijn verstand. Ik ben een niet berekende gevoelsmatige gevoelsdenker, met hart en brein op de goede, niet onderling te verwisselen plaats. En ja ik hecht soms waarde aan de betekenis van mijn dromen, omdat ze vaak zo levendig zijn, en seksueel veel intenser, veel dromeriger ingekleurd dan de werkelijkheid, van de meeste andere saaie mensen. Ik ben eigenlijk een expert, een ervaringsdeskundige op het gebied van schitterende dromen. Maar deze droom was anders, laat ik maar vertellen anders dwaal ik af van het verhaal dat deze droom moet voorstellen.

Ik, Thomas bevond mij op een verlaten strand, met een vrouw die ik slechts in dromen had leren kennen. Het was op datzelfde verlaten strand, bij dat kampvuur en zij stond daar naakt. En ik moet zeggen, ondanks mijn sporadisch geuite homoseksuele neigingen, ik vond het een geweldig aantrekkelijke, om niet te zeggen geile, vruchtbare vrouw, met een slanke taille en een kapsel gemaakt door de wind.

Ik keek haar in haar mooie reebruine ogen, ze schreeuwde, radeloos, eenzaam, naakt. Ze leek me hulpeloos verlaten en het leek er ernstig op dat ze zin had in seks, en dan het liefste niet met een kabouter.



Ze was woedend over wat ik haar had verteld. Mijn eenvoudige leven als ongelovige Thomas was haar in het verkeerde keelgat geschoten. Ze vond het niet helemaal hygiënisch, en vanuit haar geest niet geoorloofd, dat ik mezelf niet tot de kudde wilde laten toebehoren, vanwege de eigenwijsheid van mijn eigenste ziel.

Ze kon niet langer meer naar mijn simpele woorden, de woorden van een gewone man, luisteren. Ik deed er alles aan om zo gewoon mogelijk te lijken, maar het wilde niet lukken.

Ze was verliefd op een Goddelijk persoon, maar door de lethargie waarin ze haar leven doorbracht, voelde de liefde koud aan, kouder dan aan te geven was door middel van een thermometer. Een geestelijke koude, die zelfs de meest bevroren zielen verder deed bevriezen, totdat er niets meer te bevriezen was. Ze stond bekend als ijskoningin, een dame met een bevroren hart en een roestig ego. Ze had rare neigingen en deelde mensen in wezens die haar wel of niet goed gezind waren, maar ze bleef al die tijd bloot, zonder kleren voor haar ziel, en bevroren van binnen als een ijzig blok ijs. Ze kon geen liefde meer geven omdat de bitterheid haar een harnas om het lijf had gegoten. Een ondoordringbaar harnas, een ijzeren kledingstuk dat alle manlijke mislukkelingen op een afstand hield. Haar hart kende slechts bitterheid en werd gevoed door jaloezie, en een bloedeloos verlangen de eigen chaos af te wisselen met onafzienbare leegte.

Ik probeerde haar te ontdooien, maar ook mijn woorden waren zinloos, omdat het menselijke woorden waren. En juist de menselijke woorden hadden haar bedrogen, hadden haar al die jaren voor gelogen. Woorden die niet langer betekenis hadden,

die door de herhaling alle betekenis hadden verloren. Nu was zij leger dan ooit, ik hield haar hand vast, wilde haar troosten. Ik had bijna spijt dat ik haar ooit iets had verteld, maar ik kon niet zwijgen. Zij moest het weten. Ik gooide wat brandhout op het vuur. Mijn wenkbrauwen trilden van de zenuwen, zoals ze altijd deden wanneer ik zenuwachtig probeerde te vertellen, dat ik, ondanks alles wat er in het verleden gebeurd was, van haar hield, en dat ik haar niet opnieuw zou verlaten. Ze was de enige vrouw die ik geneukt had op aarde, in het zand.

Ik zag haar tranen, alsmaar haar tranen, warme tranen, veel verdriet. Het was op hetzelfde strand, bij dat kampvuur. Ik moest haar troosten, maar zij liet zich niet troosten, zij was ontroostbaar geworden door haar eenzame leven. En ze wilde niets van mijn leven weten, zo ver vandaan was ik werkelijk van haar vandaan in haar gedachten.

Ze moest weer helemaal opnieuw beginnen, maar dat wist ze zelf ook wel, dat hoefde ik haar niet te vertellen. Eerst een beetje doodgaan, geestelijk sterven en dan opnieuw beginnen

Er zat een huivering in mijn denken, ik kon haar ook mijn ellende schenken, ik had veel ellende te schenken, miste een oor en een teelbal, maar ik kon voor heel even, geen ellende meer bedenken. Ik had mijn eigen zorgen, grote zorgen over de toekomst. Ik wilde dichter worden, en gedichten over koffie schrijven, maar ik kwam niet verder dan een gedicht over een koffiekan, wat ik aan niemand durfde te laten lezen, omdat ik nogal stotterde als ik voorlas, en mijn eigen gedichten mijn stotteren niet verdroegen.

Ik warmde mijn ziel nog wat aan het vuur en besloot ook te gaan huilen. Het waren niet eens bittere tranen, of tranen die pijn deden. Het waren zuivere tranen, tranen van diepere ontroering door dit toevallige samenzijn in de nacht op het strand.

Ik bleef de hele nacht huilen bij het vuur en dacht aan mijn moeder, maar ik wist tijdens het huilen, dat mijn moeder niet aan mij dacht, en dat zelfs moederliefde kon slijten op de lange duur. Ik hield plotseling mijn hart vast en kneep haar in haar handen. Ze was nog steeds de vrouw in wie ik hijgend was klaar gekomen, ze kon haar hoofd soms draaien wanneer je het niet verwachtte.

Daarop gaf zij mij te kennen, dat de nacht lang had geduurd. De wind van zee voelde koud aan, we besloten weer terug naar het dorp te gaan, maar ik voelde dat de eenzaamheid haar voorgoed gevangen zou blijven houden. Alles wat ik had gedaan, had haar eenzaamheid alleen maar erger gemaakt. Het schuldgevoel moest ik nog lang bij me dragen. Het was voor mij een zware jas.















*



© maart 2010, mobar



woensdag 24 oktober 2012

Brieven van Hubert Stuipje 1

dinsdag 1 november 2011


Brieven van Hubert Stuipje 1

"Het lijkt mij duidelijk, dat het een man is die worstelt met het leven, beste Jeroen Splinterman", de stem van Jaap Smet klinkt ernstig



"En hij heeft een verhaal te vertellen, maar wat precies is nog niet helemaal duidelijk."



" Laten we nog twee brieven die hij heeft geschreven lezen, en dan deze bijeenkomst naar aanleiding van de brieven van Hubert Stuipje besluiten met een kop koffie."



Het onweer buiten is voorbij, en ook de elektriciteit is weer aanwezig. De lichten zijn weer aangegaan in het grote kantoor aan de Amsterdamse gracht,



"Het gaat dus om de zevende en de achtste brief."



" Ze lijken ook allemaal een soort van thema te hebben."



“ En hij vertelt over zijn beste vriend, Florian van Driesteveld, waarin hij kennelijk ook iets van zichzelf terugvindt."



“ Een vreemdsoortige vriendschap tussen twee dertigers, eind vorige eeuw.



" Jeroen Splinterman kijkt Jaap Smet aan en antwoordt:



"Okay Jaap dat doen we, we lezen de brieven en daarna gaan we nadenken".

Bevangen door de hitte

Donderdag 3 november 2011


Bevangen door de hitte

Jouw verstand staat op nul. Jouw brein is grijs en leeg. Een verleden is er niet. En je smokkelt niet met twijfel. Je raakt bevangen door de hitte. De hitte van het heetste verlangen hier op aarde. Je bent bloedje geil door het verlangen. Het verlangen van de aardse liefde. De gemeenschap tussen twee zielen. De volmaakte gemeenschap. Je kunt je niets meer herinneren. Als door een instinct gedreven beweeg je jouw zweverige mensenlichaam naar de oude koffer onder het bed. Er ligt een laagje stof over de versleten koffer. Je blaast een stofwolk in de leegte, die zwart ademt in de zwaar bevangen lucht. Als een aan woorden verslaafde honingbij steek je jouw gretige handen onder het bed om de oude geheime koffer te bemachtigen. Jouw handen hebben de lenigheid. De lenigheid om geheimen te ontfutselen aan de leegte. De verschrikkelijke leegte die het verdriet grotendeels heeft opgesloten. Je maakt de koffersloten geoefend open. Je bent hier op jouw plaats. Je maakt de koffer open en je pakt het grijze schrift, dat in de koffer ligt.Je legt het grijze schrift vanzelfsprekend op het bed. Je slaat de eerste bladzijde om en gaat daar door met lezen, alsof er in de tussentijd niets veranderd is. Dit moet je doen, iets anders is op dit moment niet belangrijk. Je hebt geen keuze, dit is het enige, er is niets anders, en dat is maar goed ook. Dit is waarom jij op aarde bent. Hiervoor ben je destijds geboren. Dit is de reden waarom je op zoek bent gegaan. Je leest en laat de woorden voorzichtig tot je door dringen. Het is goed hier te zijn. Het leven is een feest vol vreugde. Maar het gevoel blijft dubbel. Je hebt de waarheid niet meer kunnen achterhalen. Hoe ernstig je het ook probeerde, je weet niet meer welke waarheid er verteld wordt.De woorden in het grijze schrift verdienen meer dan de anonimiteit. Je hebt jouw ogen niet in jouw zak zitten. Dit zijn mooie woorden, zinnen met een betekenis. Het zweet gutst van jouw voorhoofd. Je hebt dorst. Intense dorst. Je moet nu eerst iets drinken. En dan nadenken over wat te doen. Maar het is hier zo heet, een aangrijpende hitte, je moet een besluit nemen, de woorden in het grijze schrift zijn te belangrijk om te verzwijgen.













Schrijver: mobar



zaterdag 13 oktober 2012

Hersensprookjes

...

zondag 17 juni 2012


Zuidelijke kus

De plannen om tijdens deze persoonlijke reis naar het Westelijke Zuiden van Europa, en terug, een aantal prachtige gedichten te schrijven zijn tot nu toe nutteloos gebleven.
Ondanks alle voornemens heeft Alfons Antana nog steeds geen geschikte woorden gevonden voor een gedicht, terwijl eigenlijk heel veel tijdens deze vakantie de aanleiding voor een gedicht had kunnen zijn:

Een weg vliegende roofvogel met grote vleugelslagen, een rode eekhoorn die snel een boom in sprint, de heldere blauwe hemellucht, de kleine witte dorpjes tegen de bergen, de prachtige boompartijen, riviertjes, bloementuinen, het zwijgen van twee vrienden.

Het is allemaal de moeite waard om er iets over op te schrijven, in een notitieblok, maar daarmee zijn het nog geen gedichten, het zijn slechts woorden op zoek naar geluk.
Notities van een bijzondere vakantie die de relatie tussen blonde Thomas en donkere Alfons Antana weer in het goede spoor moet krijgen.
Donkere Alfons en Thomas kopen een authentieke honing en enkele regionale ansichtkaarten. Het duurt even voordat het lukt deze te bemachtigen, vanwege de mensen die allemaal verrukt lijken te zijn over dit stukje commerciële beschaving te midden van een indrukwekkende omgeving van ruige rotspartijen nabij de onstuimige zee.

De Zuidelijke kusten zijn hier echt stijl, het smalle strand is slechts met trappen te bereiken.

Er wordt een ansichtkaart gekocht voor de ouders van ongelovige Thomas. Alleen voor het idee, zo ver weg te zijn, zo ontzettend ver weg te zijn, helemaal in het Zuiden, alsof je Afrika kunt ruiken.



Alfons Antana haalt eens diep adem en kijkt uit over de woeste zee. Zijn lieve vriend ongelovige Thomas staat naast hem en geeft hem een innige kus.















Schrijver: mobar



Inzender: Henk van Dijk, 07-03-2012



dinsdag 25 september 2012

Zondag 19 juli 2009

Zondag 19 juli 2009


Goedkope taart

Professor Veter Weetwinkel, bekend van radiostation de Bonte Kakel Papegaai

heeft mij, Peter Wildwolf, gevraagd een column te schrijven.

"Waar moet die column dan over gaan" vroeg ik hem met mijn verlegen achterdocht.

"Dat moet je zelf weten" antwoordde hij droogjes, zonder emoties te tonen, gewoon zakelijk, zoals iedereen

ten tijden van de economische crisis .Ik was al een tijdje actief, als soort van dichter,

in een glazen dorp, met een gekozen burgermeester, voor wat dat voorstelde.

De mensen vonden mijn gedichten mooi, en zeiden:

"Peter Wildwolf, je hebt talent".

Ik wist het eigenlijk niet, het stelde niet veel voor, het was leuk als je geen verveling kende, maar verder, ach ik deed argeloos mijn best, probeerde zo goed mogelijk te schrijven.

Ik had ook al een keer een gedichtje geschreven over de gang naar het keukenkastje.

Dat gedichtje dat had ik uit mijn hart geschreven, en het geheim was dat in het keukenkastje mijn medicijnen lagen, als enig chemisch actiemiddel tegen mijn onvermijdelijke onderlinge aanvallen veroorzaakt door de onverschilligheid van de mensheid in zijn algemeen en mijn argwaan in het bijzonder.

Ik schreef wel eens een column omdat ik wist dat idioterie in een column als normaal beschouwd werd en ik verbleef twee dagen met die column op de droomzolder, tussen de ander normale mensen, die mij graag als normaal wilden beschouwen. Voor mij brak de tijd aan voor een nieuwe column, dus ik was verrukt toen Veter Weetwinkel het mij vroeg.

Ik hield er van om mijn onderwerpen dicht bij huis te zoeken, dus ik dacht eigenlijk onmiddellijk aan goedkope taart, omdat dat zo voor de hand ligt.



Column: Goedkope taart (voor Veter Weetwinkel)



Aan goedkope taart kleven een onnoemelijk aantal voordelen.

Ik durf er hier slechts een paar te noemen. Het eerste voordeel heeft te maken met de fysiek aanwezigheid van de taart. Je kunt er van eten om je smaakpapillen te verwennen, maar je kunt er ook je gezicht in drukken om je vrienden te verwennen. Het voordeel van de goedkope taart als column laat zich raden, het is voor iedereen herkenbaar, en de doelgroep met de meeste tijd komt het vaakste langs. Misschien zijn er lezers die zich toch ondanks alle verwarring afvragen of de taart een ziel heeft. Of de taart er zich van bewust is dat wat met de ene hand is uitgedeeld niet met de andere hand kan worden tegengesproken. Of de taart zich er iets aan gelegen laat of de mond waarin de taart zich bevind niets anders dan de waarheid spreekt, en dat de mond daarin ook zichzelf is, en altijd zichzelf zal blijven. Of dat de taart van mond tot mond gaat, totdat er een nieuwe taart moet worden aangerukt. Dat de taart voor verwarring kan zorgen mag blijken uit de volgende anekdote die ik opving in een filiaal van de Hebt in Amsterdam West.. Ik stond voor de taarten afdeling om een goedkope taart te kopen en mijn oren vingen het volgende gesprekje op. "Is die taart vers gebakken, mevrouw van de Hebt" vroeg een keurige intelligent ogende jongeman, aan de mevrouw van de taarten. "Ja, die taart is vers gebakken , meneer, wij van de Hebt, staan voor kwaliteit". "Hoe kan die taart dan zo goedkoop zijn" vroeg de jongenman."Omdat er veel vraag is naar goedkope taarten" antwoordde de taart.Het verbaasde mij dat de taart kon antwoorden, maar ik vond hierinhet bewijs voor bestaan van de ziel en de taart. En ik besloot toch maar zelf een taart te bakken, naar aanleiding van een recept dat ik op Internet had gevonden. Het werd een erg smakelijke taart. Vermoedelijk veel lekkerder dan de taart van de Hebt, maar dat kan ik niet achterhalen omdat ik die nooit eerder kocht en nooit zal kopen.





Peter Wildwolf. Ervaringsdeskundige.

Circa : 2005, Noord Holland.













© maart 2009, Hubert Stuipje

zaterdag 22 september 2012

Kleurrijk leven deel 1

Kleurrijk leven deel 1


"Om het leven meer kleur te geven", er kwam eigenlijk geen antwoord en toen herhaalde Alfons het weer "om het leven meer kleur te geven". Had hij dan niet beter schilder kunnen worden? Had zijn leven dan geen kleur genoeg? Wie had eigenlijk het genoegen met hem te praten? Waarom gaf diegene geen antwoord?







Alfons sprak opnieuw:



"Ik schrijf eigenlijk alleen gedichten om het leven meer kleur te geven, en de gedichten die ik heb geschreven zijn alleen bedoeld geweest voor het doel waarvoor ze destijds zijn geschreven".



Florian van Driesteveld gaf nog steeds geen antwoord, maar vroeg voorzichtig "Doel?"







“Ondertussen ben ik het huis uit geweest om op zoek te gaan naar een prachtig huis in Parenveld, maar het huis viel tegen en mijn reisgenoot had geen geweldig humeur die dag, dus we hebben ons een later datum voorgesteld en ik ben weer terug naar mijn woonplaats gekomen. “



"Alleen maar omdat neurotische gemaal met woorden te stoppen",



Alfons keek Florian van Driesteveld brutaal aan, maar Florian stelde voor een boek uit de boekenkast te trekken.



"Mijn enige doel is de bezwering van dat gemaal".



Florian had een boek in handen maar Alfons keek hem woedend aan en met een snelle beweging van zijn rechterhand griste hij het boek uit de handen van Florian van Driesteveld.







Hij smeet het boek op de stoel en haalde een schrift te voorschijn terwijl hij trots naar Florian keek.







"Luister Florian, dit is nu waar het eigenlijk om gaat: OP WEG NAAR SCHRIFTELIJKE GEDACHTEN,







dit heb ik geschreven na de wereldcrisis, je weet wel toen ik heel erg in de put zat. Luister lieve Florian, je moet het me beloven, en nooit aan iemand door vertellen, ook niet als iemand je dwingt, in dit schrift staat alles geschreven, en ik ben ooit zo stom geweest om het aan die leraar Nederlands te laten lezen en die heeft het toen verworpen, niet wetende welk een betekenis, Florian"



“Niet wetende welke betekenis het nog zou krijgen, Florian”.



Florian keek aandachtig naar het schrift.







OP WEG NAAR SCHRIFTELIJKE GEDACHTEN



stond er met grote krulletters op de kaft.







© oktober 2011 - mobar

Wilde verlangens 18 +

Wilde verlangens 18 +






Haar stevig malse wulpse borsten lente gestreeld door verkwikkende zon een klein beetje zichtbaar, ontbloot net voldoende om te begrijpen hoe zij zich vrouw voelt en wijsheid straalt uit haar gewimperde ogen lebberend met haar lange tong aan een fruitijsje met vitamine C genietend van alles in haar leven met die vrolijk lachende blik haar jurk strak om haar welgevormde lijf ze is helemaal Violette Zandheuvel deze prachtige intelligente vrouw ze zou zo maar kunnen besluiten om een echte dichteres te worden met een dichter om haar te beminnen vol met verzen, rijk aan zinnelijk genot en ik zou die dichter kunnen zijn met overweldigende overgave zou ik haar dichterlijk toe vertrouwen alles wat er aan vreugde in mijn hart ligt O, zucht, stil makende in droevig geil gezonken zucht mijn natte snaak wimpelt zachtjes naar de grote vreugde van het lustvermaak haar goudblonde haren tot over haar smalle tedere schouders de welving van haar stevige wulpse borsten de glimlach rond haar volle vragende mond ik zou wel zeven levens moeten hebben om haar volledig te beminnen en dan nog zou het niet genoeg zijn alle liefde die zij als vrouw verdient zal ik haar altijd tegemoet komen haar zelfs tijdens het dromen strelen een nieuwe verklaring van liefde afleggen over dolle dwaze verheffende liefde voor de lichaamstaal van deze mooie vrouw.



En ik ga me helemaal verliezen in haar erotische bewegen,ik ben een hunkerend geil schip met uitgestreken tedere zeilenop een wilde onstuimige zee schokdempend met haar heupenpenseel ik honing naar haar lippen likt mijn innige tong van haar tepels naar beneden waar zij zuigend wacht met zinnenstrelend genot van aanhankelijke hartstocht glijd ik verder in mijn droom en sublimatie van intens genot samentrekkend is haar schede, mij verlangend nemend als haar deel kan mijn ziel nu niet meer ontvlammen blus ik de lust van haar warm hijgend lijf en ontlaad mijn zaad spuitend veelsmelten onze lichamen in een gezamenlijk orgasme, dromen wij een achtste leven, een achtste dag, een achterstevoren gedreven uur, voor de negende keer achter elkaar en dan is het nog niet genoeg. En tijdens dit lustig sappig samen zijn kijk ik vertwijfeld in haar mooie ogen en ik zie dat ze niet meer droevig kijken maar dat ze net als ik van deze vreugde geniet en we besluiten tot herhaling van datgene wat ons samen, zo mag bekoren de taal der liefde, de tedere tast van zinderend genot der lichaamsdelen duister voelend naar de liefde die in het verschiet ligt van ons vermaak samengeklonken in wellustige dromen bijna druipend van geluk en ontspanning met elkaar op zoek naar een nieuw hoogtepunt in de tijdspanning van ons tedere leven lente genietend en onder een stralende zon . En jij laat mij echt een man zijn tijdens dit zonnewind zomers verlangen laat ik jou gewoon een geile vrouw zijn zinnenspelend in mijn lente dromen en je hijgt, je kreunt, je slikt deunt mee met dit genieten alsof we samen een gedrocht zijn vol met liefde en met vreugde in elkaar geklonken als een droom ontworstel ik niet langer mijn ziel uit de oorsprong van jouw verlangen je spreidt opnieuw jouw benen laat me hijgen voor jouw toegangspoort en ik, een klein beetje aap een grote hoeveelheid mens verdwijn in dit dampende liefdesbed als een engel, uit de hemel gezonden voor het mooiste genot der liefde het spel van de eeuwige vrede de heerlijkheid van het verwennen ik kan er maar niet mee stoppen we beginnen opnieuw, zijn er nu echt voor elkaar.















© maart 2009, mobar

vrijdag 21 september 2012

11 Oktober 1999

11 Oktober 1999


dinsdag 25 oktober 2011


11 Oktober 1999


Den Haag, 11 oktober 1999


Sally Winterflow is een gelukkige vrouw, haar succes op de schrijversclub heeft haar geen windeieren gelegd. Ook is zij sinds kort de gelukkige eigenares van een kleine groentetuin aan de rand van Den Haag. Sally Winterflow is in de pen geklommen om een brief te schrijven recht vanuit haar hart naar de toekomst, en Florian van Driesteveld in het bijzonder. Ze heeft een gesprek gehad met Violette Zandheuvelde frivole flamboyante dichteres die in Alkmaar woont en toevallig in Den Haag was, voor een overleg met andere dichters over de toestand in de wereld en de omgang met taal. Nu is het tijd voor een brief aan Florian van Driesteveld.


Lieve Florian van Driesteveld,



onverklaarbare ziel der duisternis, provinciale tuinkabouter met een zaklantaarn, op zoek naar de waarheid en het opperwezen of de waarheid zonder het opperwezen. Dweepzuchtige liefdesvleermuis met het duistere geslacht in beide lenige handen, gewapend met een mes tussen de tanden. Ik moest een behoorlijk eind weg lachen om jouw verhaal over bijdehante jongetjes die knikkertje spelen op het schoolplein van een Katholieke lagere school in Amsterdam. Ik had het er met Violette Zandheuvel over en zij lag ook dubbel van het lachen.Ja, je leest het goed! Ze is hier op bezoek geweest en had een bos rode tulpen meegenomen.Ik moet je hartelijk van haar de groeten doen. De tulpen maken het inmiddels minder goed. Ik schrijf je later uitgebreider want ik ga ook nog een brief aan Hubert Stuipje schrijven.















Liefs, Sally Winterflow.























Den Haag, 11 oktober 1999.















Lieve Hubert Stuipje,















Zoals je weet heb ik zelf ook wel mijn ambivalente gevoelens over de diverse schrijversites en de reacties die je daar doorgaans krijgt, maar zoals je zelf al eens in een prachtige brief aan mij omschreef: Alles is een momentopname en iemand die de ene keer heel arrogant overkomt, kan de andere keer weer heel lief en gevat zijn, en je daardoor hevig ontroeren.Een klein lichtpuntje op de dag, laat je niet uit het veld slaan door negativisme.







Alles is tijdelijk. Dat weet je zelf ook, misschien voel je het soms wat pijnlijker door je psychiatrische aandoening, maar je weet gelukkig van jezelf ook, dat je soms ook wel eens heel bot kan zijn, terwijl dat niet de bedoeling mag zijn. Ook tegenover mij ben je best wel eens vervelend geweest op een manier dat ik dacht, waar heb ik dat nu allemaal aan te danken. Waarom doet hij zo stout? Zijn er geen andere mensen die Hubert Stuipje af kan zeiken.Dan zie je de dingen toch echt te zwart wit, waarschijnlijk door jouw borderline, maar het is altijd wel wonderbaarlijk hoe je dan toch weer zoekt naar een balansen op je knieën gaat en zegt dat het je spijtmet een betraand gezicht. Je moet toch zoeken naar een andere manier. Naar een manier om het allemaal niet meer zo zwart wit te zien. Zodat je door een beetje meer grijs toe te laten weer kleuren kunt zien.Dan kan je ook beter met je borderline omgaan denk ik.Laat het allemaal even bezinken.Ik sta altijd voor je open. En Florian bedoelt het ook allemaal niet zo verkeerd.















Liefs, Sally Winterflow.















































© oktober 2009, mobar

Geplaatst door Mobar Vorstkasteel op 16:27 1 opmerking:

Mobar Vorstkasteel18 juni 2012 16:29

Mobar Vorstkasteel zei

MAC

19-10-2009

09:18 uur



Je hebt goede openingszinnen die je het verhaal intrekken.

Dan een intrigrerend vervolg. Die Sally Winterflow mag ik wel



30 oktober 2009 10:50



dinsdag 14 augustus 2012

Soep nv

*


Er waren verschillende

soorten soepen in de wereld,

voedzame soepen

minder voedzame soep

en rode soepen, bruine soep

en groene soep

en, heldere soep

en waarom jij nu juist mijn

in een heksenketel vervaardigde soep

moest kiezen voor deelname aan

de lekkere en voedzame soepwedstrijd

was mij een raadsel en zal met het voortrazen

van de tijd een raadsel blijven

omdat jij zelf met de receptuur

voor deze soep kwam aandragen

toen ik in de nadagen van mijn jeugd

op een oude fiets ontdekte

dat seks met een heks

zeker de moeite waard kon zijn

kwam je bij me, zag mijn pijn

jij raakte mij in mijn armoede

in de stilte na de heksenkring

van onverhulde sprookjes

had ik niets aan blote schouders

die de wereld nooit tilden

in de atlas van de onderwereld

naar waarachtigheid en een redelijk geweten

kwam jij bij mij, verbrak het zwijgen

je had een vloeibaar geheim, een recept

uit de oudheid, mystieke kruiden

stille wortels en een daadkrachtige bouillon

en je wist de paden in het beukenbos

de bosgeheimen van de oude dichters

je sliep met een doorzichtige man

in een ondoorzichtige droom

en concentreerde jouw geheimen

voor de soep met een component

van inheemse wortels en wilde selderij

en geestverruimende paddenstoelen

je was in niets mijn tegenpool kneedde

de ballen tot proporties, ronde

kneedbare ballen in tegenstelling

tot harde kloten, die in de regering

gewoon waren, ik zag de oorlog

als niet vreedzaam, jij heulde keutels

ruilde zand voor een rul geweten

met de vijand sneed ik de groente

voor een geweer een handjevol gerichte kogels,

je hoefde mij in niets tegen te spreken,

wat ik was vergeten in mijn betoog

kon je terugvinden op de landtong in het telefoonboek

of op de achterkant van een vergeelde ansichtkaart

uit een vergeten verleden

ergens in het huis van de kamer

achter geblindeerde ramen

goed gekleed in grijze kleren

maakte je een buiging voor een lepel

een diepe buiging voor de lepel

die we allen ooit zagen openbarenen

de lepel boog terug voor de soep

die inmiddels stijf stond van verwachtingen

en twijfel over het naderende hoogtepun

tvan de Franstalige juryleden, die zo beleefd

waren, om te proeven van de soep

die ik nooit meer uit mijn herinnering

kon laten verdwijnen, hoe vaak ik het

ook probeerde, het bleef altijd dezelfde soep.



*



© augustus 2009, mobar

zaterdag 7 juli 2012

Herfstadem maatschappij

Herfstadem maatschappij


Mijn Wildwolf adem is jouw adem, onze toekomstige dood zit zonder goot, de psychiater zit bij God op schoot, herfstadem op droog brood.Ik lees jouw wonder lijpe lippen, geef de zaden aan de kakel kippen, met alle gekheid op een stokje, geef ik de groene sla graag aan het grijze bokje, bewaar mijn centen, in een wollig sokje, geef ik de korenrozen aan een uitgekozen trotse pauw, leg ik mijn leuter naast die van jou.

Ik sluit de ramen, fluister amen, voor hoe lang zijn wij te samen, het duurt nu, het lijkt wel jaren, jij bent niet meer te bedaren.

Ik, nog een beetje snot verkouden, snij een sneetje brood, blijf van je houden, als je ophoudt nu, met nijdig krassen, wil je met liefde weer eens fris verrassen, ook al moet ik soms wel diep zuchten. Wil met je paren en verkeren, niet naast de pot nog langer piesen, een beetje kuchen en soms niezen.

Jij kunt jouw hart weer bij mij luchten, hoeft nu in pijn, niet meer te vluchten, we zijn nu in de herfstadem maatschappij. Ik ben van jou, jij niet van mij.

Peter Wildwolf. Ademdeskundige.



Noord Holland circa 2003.







© augustus 2009, mobar

vrijdag 6 juli 2012

Bevangen door de hitte

Bevangen door de hitte


Zijn verstand staat helemaal op nul, blonde Thomas is alleen, zijn mensenbrein is grijs en leeg. Een herkenbaar verleden is er niet. En hij smokkelt niet met twijfel. Thomas raakt bevangen door de hitte. De hitte van het heetste verlangen hier op aarde. Hij is bloedje geil door het verlangen. Het verlangen van de aardse liefde. De gemeenschap tussen twee zielen. De volmaakte gemeenschap. Hij kan zich niets meer herinneren. Het is warm, de zon schijnt over het vakantiehuisje. Als door een instinct gedreven beweegt Thomas zijn zweverige mensenlichaam naar de oude koffer onder het bed in het huisje. Er ligt een laagje stof over de versleten koffer. Blonde Thomas blaast een stofwolk in de leegte, die zwart ademt in de zwaar bevangen lucht. Warme zomerlucht tijdens een hittegolf. Als een aan woorden verslaafde honingbij steekt Thomas zijn gretige handen onder het bed om de oude geheime koffer te bemachtigen. De handen van Thomas hebben de lenigheid. De lenigheid om geheimen te ontfutselen aan de leegte. De verschrikkelijke leegte die het immense verdriet grotendeels heeft opgesloten. Hij maakt de koffersloten geoefend open. Thomas is hier op zijn plaats. Hij maakt de koffer open en pakt het grijze schrift, dat in de koffer ligt. Hij legt het grijze schrift op het bed, en slaat de eerste bladzijde om, en gaat daar door met lezen, alsof er in de tussentijd niets veranderd is. Alsof hij altijd al in dit schrift aan het lezen was.Dit moet hij doen, iets anders is op dit moment niet belangrijk. Thomas heeft geen keuze, dit is het enige, er is niets anders, en dat is maar goed ook. Dit is waarom Thomas op aarde is. Hiervoor werd hij destijds geboren, hiervoor is hij opgegroeid. Dit is de reden waarom hij op zoek is gegaan. Thomas leest en laat de woorden voorzichtig tot zich door dringen. Het is goed hier te zijn. Het leven is een feest vol vreugde. Maar het gevoel blijft dubbel. Hij heeft de waarheid niet meer kunnen achterhalen. Hoe ernstig hij het ook probeerde, hij weet niet meer welke waarheid er verteld wordt. Of zijn er verschillende waarheden? En wordt er maar een enkele waarheid verteld. De woorden in het grijze schrift verdienen meer dan de anonimiteit. Thomas heeft zijn ogen niet in zijn zak zitten. Dit zijn mooie woorden, zinnen met een betekenis. Deze geschriften van de zelfmoordenaar hebben de mensheid iets te vertellenHet zweet gutst van het voorhoofd van blonde Thomas. Hij heeft dorst. Intense dorst. Hij moet nu eerst iets drinken. En dan nadenken over wat te doen. Maar het is hier zo heet, een aangrijpende hitte, hij moet een besluit nemen, de woorden in het grijze schrift zijn te belangrijk om te verzwijgen.





*

© september 2009, mobar

Schaduwdroom

Schaduwdroom


Het is hier koud en veel te eenzaam in de nacht, verlaten, stil en droeve angst zaaiende gedachten vreten je op, je denkt aan hem en hoe hij was als mens, als man, als hart en ziel. Hij de grote schrijver over de onstuimige natuur, wolven en beren en eenzaamheid.De grote vogels, ondubbelzinnige nachtraven vliegen als doodsbroeders naar de helderende zon, die morgen weer op komt in een ander vervreemdend land, dicht bij nergens. In diepte van leegte onder de nacht van de verloren horizon.Ze laten wolken vol luchtkastelen achter. Illusies als zeepbellen.Sombere wolken met trieste dromen. Dromen als illusie, projectie van een ziel.Een verloren ziel, een ziel die niet eerder bestond. Zinloze pogingen voor een breder begrip. Een breder begrip van beschaving zonder verspilling.Zijn innerlijke ik, de ik van beschaving, is vertwijfeld, verward.Beschaving voor zijn dood, vervlogen ziel. Vervlogen dromen. Onzichtbare wereld,Je staat hier bij die boom, en denkt over het leven. Het verleden, het heden en de toekomst, het lammetje, geboorte. De bloemen die je voor jouw moeder plukte. Ieder voorjaar in de tuin, achter het huis. Maar de kleuren van de Herfst stemmen je somber. Er heerst een grijze leegte in jouw brein, je staat stil. Stil bij alles wat je moest loslaten, laten gaan. Omdat vasthouden wreder was, ondragelijk, misschien. Had je een keuze. De leegte om het gemis van Jeroen de Graaf is dreigend. Je hield veel van zijn boeken.Alsof het hele leven een bedreiging is. Alles wordt achtervolgt door zijn dood. Een dood die niemand heeft kunnen voorspellen. Maar die onherroepelijk was gekomen.Een sterven dat je nooit zal begrijpen. De nachtvogels zwermen rond de dood.Het moeras slaat zijn armen uit naar de eenzame ik. De onrustzaaier van het ego, de verdwaalde karaktermuis. Van de alleenstaande, wereldveroveraar, dromerige nul. Gecalculeerde aanbidder van een magere nachtmaan. Je leest de krant, hangt de was op, krabt de rug van de hond, neemt de oude tijdschriften door op zoek naar een artikel van Joop.Zwart krijsende vogels met onrustige vleugels vliegen door de duisternacht over de oude stad, hoger de verdedigingsmuren, dichter het bos, dreigender het zompige moeras, borrelt en slikt geheimen in en spuugt natte slipjes uit. De nachtrust verdwenen zondigt adem en boert af en toe met groene ernst, milieubewust, hittebestendig, en slaapt de nacht in, tegen beter weten, en alles in teleurstelling, onmenselijk falen.Dit hebben we met niemand zo voorgesteld. Ik wist niet dat hij eenzaam was, eenzamer dan ik. Dan we samen dachten dat jij kon zijn. Ik weet het nog steeds niet, heb geen flauw idee. God heeft zijn gesprek met een schaduw. Een minnaar van de nacht en de lusten van het duister. Dat weet ik uit zijn dagboek, zijn geheime vlugschriften.Een bijzonder eenzame schaduw, de schaduw van zijn geweten. Jeroen had een repeterend geweten. Hij was een schaduwkind, een schaduwman, een schaduwdroom.Zijn worsteling met alles waar hij geen raad mee wist.De strakke schaduw van de roofvogel wordt langzaam onsamenhangend. De bomen buigen, gedachten verdwijnen, gevoelens stompen af tot een onduldbare pijn die nergens vandaan schijnt te komen.Alle verbanden zijn zoekgeraakt in de wind, die woedend is en de gruwelvogels achterna jaagt. Deze nachtmerrie heeft geen einde laat in laatste hoop alle teugels los, voeten op de aarde, bewaar uw vrede, het einde is voorspoedig. Het zijn hersenspinsels. De eerste en laatste lentespinsels. De vroeger gesponnen dromen die aan een zijden draadje hangen. Naar aanleiding van het lenteverhaal van Jeroen de Graaf. Maar het is nu midden in de Herfst. De avond is koud en vochtig. Je mist hem. Je mist zijn verhalen. Je voelt je schuldig dat je hem nooit echt hebt leren kennen. Je las alleen zijn gedichten.En je bewonderde zijn gedichten. Je las ze soms wel tien keerachter elkaar, iedere keer hongerig naar meer. Je kreeg geen genoeg van zijn gedichten. Je dacht dat je hem begreep via zijn gedichten. Je voelde wel dat hij worstelde met het leven, maar je wist niet dat het zo erg was. Er was altijd zo veel leven, met de braamstruiken de landwegen, de bospaadjes, de wilde dieren, en bijzondere vogels, zijn ruige poëtische beleving van de natuur, waarin hij altijd een gevaar op de loer had liggen. Een leven vol bizarre feiten. En nu sta je hier, midden in de veranderende natuur. Er zwemmen wat meerkoetjes in het water, wat wilde eenden en in de verte een zwaan. Alles lijkt nooit veranderd, alleen het gevoel is verbijsterend anders. Wat was hij voor iemand? Was hij hier vaak bij deze boom? Het is een inspirerende omgeving. Maar je voelt dat je ontworteld raakt door de leegte, het niet kunnen begrijpen van de dood. Zijn dood. Zijn zelfgekozen dood. Onbegrijpelijke leegte. Onberispelijk stil. Terug in jezelf.





*

© september 2009, mobar

Vrouwen zijn vogels

Vrouwen zijn vogels


Ik ben een oude travestiet. Mijn lichaam heeft barre tijden overleefd, en ik ben niet meer zo lenig als in mijn jeugdjaren, maar ik doe nog aan yoga, eet nog regelmatig noga, en volg nog altijd dagelijks het nieuws. We gaan samen de stad uit, jij stuurt met jouw baard, de auto op de automatische piloot, onze stemmen afgestemd op de radio. Jij bent niet langer mijn tegenpool, maar je bent bijzonder, uniek, zonder twijfel, je rijdt de stad uit, ik zit naast je, in een oude auto, ik ben zonder naam, zonder verleden, met slechts een kleine schim van toekomst. Ik ben vergeten wie ik ben, en ik kijk nooit meer in de spiegel, de autospiegel, van de oude auto waarin we rijden. We komen op een lange smalle landweg bij een uitgestrekt groen weiland, we rijden langzaam, steeds langzamer, ik moet plassen. Er staan grote bomen, breed en hoog, ik kies er een oude boom uit die wel tegen een stootje kan. Ik haal mijn verlegen leuter te voorschijn. Een ferme straal, dat wel. Een krachtige straal urine. Ik ben gezond, ook zonder verleden of toekomst. Jij zit nog in de wachtende auto. Ik ben even los van je. Het lijkt even of je niet meer bestaat. Je steeds verder weg geraakt. Ik denk aan iemand anders. Ik denk aan een vreemdeling, een onbekende clown. Ik fantaseer over een Robot, een huiskat en vliegende vissen. Ik ben plotseling een vrouw, in een prachtige gebloemde jurk, ik kan vliegen, langzaam maar zeker.Vrouwen kunnen vliegen, ik weet het, ik verlaat deze wereld. Ik ben niet meer van deze wereld. Ik had geen verleden, en ik heb geen toekomst, ik schijn gewoon op te stijgen door deze prachtige gebloemde jurk, met innerlijke vleugels. Mijn donkerbruine ogen kijken over de grazige velden, de weilanden zijn groen, er grazen zwart-witte koeien in de verte, ze lijken niet te zien hoe ik zweef, ze grazen gewoontegetrouw door, edelmoedig en sloom.Je start plotseling de motor van de oude auto en rijdt weg en laat mij hier zwevend achter. Mijn gebloemde jurk begint hevig te wapperen, mijn voeten worden lichter, mijn hart steeds meer bezwaard, ik laat je los je bent door gereden, hebt mij hier laten staan, ik ben een vrouw, ik heb me bezeerd tijdens het plassen. Ik ga hier vandaan. Deze wereld heeft nu niets meer te bieden. Alle liefde is voorbij. Tijd is een zwart gat.Ik ga naar de maan, nu ik eindelijk kan vliegen houdt niemand mij meer tegen. Vrouwen zijn vogels, en mijn geweten ademt, nakende wind en druilerige regen.Ik heb je ooit met hart en ziel bemind, maar dat kan ik nu niet meer,ik wil een neger in dezelfde gebloemde jurk, met dezelfde stevige arbeid, dezelfde geoefende handen, dezelfde pijn, ik wil een geschiedenis in boeken met kloten, een steeds goedkopere ruimtevlucht, ik wil niet teveel beschadigingen wanneer ik vlieg in mijn jurk, een nieuwe aftershave voor vrouwen, een rol ronde koekjes, een fototoestel die de onderkant van de hemel fotografeert met wilden fantasieën, het liefst nooit meer schaamte, een scheerapparaat dat niet langer hapert in de wind, een vriendelijke violist in het filosofisch orkest, een toneelspeler met een houten rug, en een recht geweten. Rij maar door, je ziet me nooit meer terug. Ik ben een vrouw. Ik ben een vogel. Ik vlieg weg met de wind. Vrouwen zijn vogels en ooit was ik een kind.





* herzien september 2009

© september 2009, mobar

De ik die hij geworden is

De ik die hij geworden is


Een wild vreemd iemand brengt, ongevraagd en met veel drama, 's avonds laat hevige emoties over aan iemand die hij of zij verder nauwelijks kent en die zijn eigen sores heeft. Een druk op de muis en de email is weg, verzonden naar Ed Eppelin. Ed Eppelin verroert zich niet, blijft rustig en beleefd lezen, en geeft alle antwoorden op diepzinnige vragen. De wereld is overzichtelijk, Ed Eppelin heeft geen verlangens. Het enige bezit dat hij koestert is een roeiboot, die hij heeft en waar hij vanavond naar toe loopt. Ieder mens is uniek, en plukt wijsheid vooral uit eigen ervaring, Ed Eppelin heeft ervaring met roeien.Ed Eppelin heeft al eerder kennisgemaakt met ongevraagde e-mail en postberichten van mensen die hij verder niet kent of wilt leren kennen. Mensen die assertiviteit en agressie verwarren, en doorgaans slechts vooroordelen spuien, die aan hem, gezien zijn levensstijl verder niet besteed zijn en waar hij verder geen notie aan heeft. Ed Eppelin hoeft ook niet lief te zijn, laat dat lieve maar weg voor zijn naam, hij is hier niet voor de stroop op de mond, of de irrationaliteit van zweverige mensen, die de werkelijkheid niet van fictie kunnen onderscheiden. Dromen niet van bedrog, waarheid niet van toeval. Ed Eppelin heeft zijn eigen sores en moet het maar alleen zien te redden. Ed Eppelin doet dat met de riemen die hij zichzelf tot dan toe heeft aangemeten, zoals een zeerover een gehaakt vest. Hij is op weg in zijn roeiboot naar een eiland, het eiland van de gezonde ziel.Manipulatie is niet aan zijn mannenziel besteed, achterlijke religieuze denkbeelden evenmin. Alle vooruitgang wordt in de kiem gesmoord door denkbeelden die onveranderd woekeren, maar Ed Eppelin steekt zijn mannenkop in de wind. Er moet ergens nog liefde zijn. Zijn roeiboot vaart op volle zee. De schuimende golven slaan tegen de houten zijkant van de boot. De boot komt schuin te liggen, maar valt dan weer goed tussen de golven. Het is hard werken om de boot op koers te houden. Alle spierkracht in zijn armen, schouders moet hij aanwenden.In de verte ziet Ed Eppelin een eiland. Met alle spierkracht in zijn mannenlijf rukt hij aan de roeispanen om het eiland te bereiken. Het gaat moeizaam, de worsteling met de golven en de wind, hij is doorweekt van het overslaande zeewater, maar het gaat hem lukken. Langzaam beweegt de roeiboot op de schuimende golvenrichting het eiland van de gezonde ziel. Nog even door zetten met al zijn kracht.Daar is het strand. Er moet toch nog ergens ware liefde zijn. Hij springt uit de roeiboot met zijn benen in het water en trekt de houten boot op het strand.Hij loopt het eiland op en komt in een prachtig bos. Ed Eppelin ruikt de geur van gevallen herfstblad, en besluit dan toch die brief te schrijven. Hij maakt zijn rugzak open en haalt het grijze schrift te voorschijn en begint eindelijk met het schrijven van een brief aan Mobar Vorstkasteel, de schrijver van de misdaadroman Joop.





*





© oktober 2009, mobar

Beste Jas

Beste Jas


Beste Jas, ik wil er niet omheen draaien, ik heb je nodig, steeds meer nodig.Het wordt kouder, winter nadert met grote voetstappen, ruige wind en onstuimige regen, koude laaghangende mist, vreemde lucide dromen. Ik weet niet waarom jij mij niet geloofde, toen ik je vorige week zaterdag eindelijk sprak, door de krakende telefoon. Mijn stem trilde door ontroering. Ik had je erg gemist. Mijn oude stem was zwak, verzwakt door de honger naar jouw warmte Jas, maar ik moest je iets vertellen, Jas, ik had plotseling de drang om jou te bellen, omdat ik je nodig had. Jas, ik moest je vertellen waarom ik jaren geleden dat zelfportret dat bij jou aan de muur hangt, in de grote kamer, ik moest je vertellen, waarom ik dat gemaakt had, maar jij liet me niet uit praten en ik begon te herhalen wat ik gezegd had. Ik herhaalde mijn woorden als een oude idioot, door mijn twijfels of je wel luisterde Jas. Maar of je luisterde bleef een geheim.Het ergste vond ik dat je mij niet wilde geloven over de betoverde prins uit het Oosten, dat jij zei dat het portret een oliebaron uit Koeweit was. Hoe pijnlijk, want jij wist waarom destijds de grondoorlog was begonnen. En hoe ik alle rijkdom verachtte, kinderprostitutie, en misbruik van machtsmiddelen incluis. Religie draaide maar om één ding, macht en misbruik van macht en olie. Geen waarheid die daar iets aan veranderde. Alle wapens in de wereld steunde het geweld.Iedereen wist dat er een wereldwijde dreiging vanuit ging. We waren bang hier in de stad. Zelfs in de binnenstad werd er toiletpapier gehamsterd, en noodzakelijke benodigdheden als suiker, koffie, thee, afbakbrood, tabak, lucifers, deegwaren, tomatensaus en houdbare melk.Ik zou geen oliebaron durven schetsen, maar jij bleef aandringen, mij telkens vragen naar een waarheid, een waarom dat ik niet voor jou kon schilderen.Alsof ik alles kon schilderen wat jij verlangde, alles wat in de werkelijkheid bestond. Alles of oorlog en vrede, alle stillevens van de dood.Muziek was schaars in die tijd, maar mijn blonde zangeres kwam telkens terug, en ik tekende met graagte haar ronde borsten, en de wulpse glimlach rond haar mond.Iedere keer wanneer ze uitgezongen was, stond ze gewillig model voor mijn ezel,die in de kamer stond omdat het in de stal te koud was.Ik hield van haar als van een geheime liefde, zo prachtig zong zij in de nacht.Jas, ik had een schriftelijk contact met een socioloog, die geen onderscheid tussen ironie en sarcasme kon maken. Hij scheef mij brieven voor het begin van de grondoorlog, toen ik nog niet wist dat ik voor verhuizing in aanmerking kwam,om eindelijk een einde aan deze ellende te maken. Het kraakpand waarin ik woonde werd bewoond door anarchisten, degene met de grootste mond had het voortdurend op mij gemunt. Er was geen structuur in mijn leven, alleen de drank en de verveling zorgden voor enige regelmaat.Ik voelde mij een buitenbeentje, net als mijn andere vrienden zonder woning. Een goede vriend zonder woning is als een koninkrijk bevolkt door republikeinen. Ik zag voor het eerst op CNN de beelden van bombardementen van Amerikaanse en Britse gevechtsvliegtuigen op Bagdad. Indrukwekkende beelden, precisie bombardementen, een staaltje techniek van de westerse wereld, dood en ellende aanrichtend. Mijn huisgenoten hadden de gelegenheid aangegrepen om onbeperkt te drinken, en zeiken, vooral zeiken, totdat er niets meer te zeiken viel.Op een vrijdagavond gingen Joop en ik naar een housefeest in een kraakpand even buiten Amsterdam. Ik weet niet meer hoe, maar ik werd dronken en high, whisky cola, bier, witte weduwe en noordelijk licht. Ik danste de longen uit mijn lijf. Ik wilde die oorlog, en mijn woonsituatie, zo moedig mogelijk vergeten. Ik walgde van die oorlog, en het kraakpand, en hield enorm van dansen.Over het verhaal van de terugreis weet ik alleen, dat ik plotseling goed kon dichten, zonder het wezen van de taal te verliezen. Hoe dan ook, ik ben thuisgekomen en was voortaan overgeleverd aan mijn dromen.Ik herinnerde mij gezichten, dansende mensen die ook op het feest aanwezig waren, en in die verwarring kwam het tot een ontlading, een schildering, uiteindelijk een zelfportret, want verder kon ik toen niet komen zoveel onmacht voelde ik voortaan in mijn lijf. En jij had wel een paar grijpstuivers over voor de pijn die uit het portret sprak. De bitterheid en het verdriet, teleurstelling en ongeloof. Het was een grimmig portret geworden, iets waar jij als Jas je goed bij voelde, liet je mij weten na de aanschaf van een dure lijst, met ontspiegeld glas.



*









© november 2009, mobar