dinsdag 11 december 2012

Alfons en Thomas

donderdag 27 oktober 2011


Alfons en Thomas

donderdag 29 oktober 2009





Alentejo 1/7







Gelukkig duurde het niet lang voordat blonde Thomas en Alfons de camping in Evora, de grootste stad van de Alentejo hebben gevonden. Het is een stad met 35200 inwoners in Zuidoost-Portugal, hoofdplaats van de historische provincie Alto Alentejo. De stadscamping is eenvoudig een rechthoekig stuk land omringd door een muur en een hek met in het midden sanitaire voorzieningen. Er staan wat kampeerauto's en een paar tenten. Thomas is benieuwd met wat voor avondeten zijn reisgenoot Alfons straks komt aanzetten. Alfons is nu al een tijdje weg. Het is nu donker. Thomas zit nog steeds alleen voor de tent. Zojuist is de verlichting op de camping aangegaan. Thomas vraagt zich af of iemand dit vakantie dagboek ooit zal lezen, maar hij blijft schrijven in het zwakke schijnsel van de campingverlichting . Straks gaat hij verder lezen in de spannende misdaadroman:Joopvan de schrijver Mobar Vorstkasteel. Hij heeft het eerste deel gelezen en is zeker benieuwd naar meer.De weg hier naar Evora toe was overweldigend, een gloednieuwe snelweg door berglandschap, prachtige rotspartijen in fel zonlicht, prachtige witte dorpjes, rivieren, en beboste dalen langs de door het landschap kronkelende verkeersweg. Blonde Thomas had er goed naar gekeken, maar nu in de avond is Thomas moe en voldaan van alle indrukken van het land. Hij denkt na over het geheim van een goede smartlap schrijven. Het geheim van een goede smartlap schrijven is gewoon jezelf zijn. Thomas vindt dat geen beklagenswaardig bestaan. Het is heerlijk om in dit zonnige buitenland te zijn. Thomas zong vroeger ook altijd in het donker. Thomas zong vroeger complete smartlappen in het donker, hij is blij niet meer zo eenzaam te zijn als in de weken voor de vakantie, toen er dagen waren dat Thomas zo eenzaam was dat werd gedacht dat er eigenlijk niemand op de wereld zo eenzaam op de wereld was als Thomas, tot treurige waanzin gedreven door irrationele drijfveren van moeder en schizofrene jongste zus. Thomas moest weg uit het kikkerland van familieverdriet en jeugdellende, om weer Thomas te worden, de Thomas van vroeger en de toekomst. De Thomas die er weer tegen kan. Het is kwart over vier op de stadscamping in Evora, Thomas drinkt een bekertje tien jaar oude Priester Port, heerlijke zachte smaak, wat een ontdekking, heerlijk op een warme nazomermiddag. Een echte Portugese drank. Gisteren pas om 10.00 uur in de avond gegeten, een heerlijk biefstukje met veldsla en aardappels. Tijdens de nacht weer vaak wakker geworden van blaffende honden en onbekende geluiden en natuurlijk weer de nachtmerries der nachtmerries gehad, zal wel komen door het niet gedichten schrijven, of door het heerlijke eenvoudige eten, een laatste glaasje Port.Toen het ochtend was vertelde Thomas aan Alfons over de nachtmerries. Het wordt tijd voor overleg met een psychiater om hier over te praten was de conclusie, maar Thomas heeft een levenslange allergie voor psychiaters, mede door wat zijn vroegere vriend Hubert is overkomen, door toedoen van de hulpverlener Jeroen Splinterman. Alfons en Thomas zijn naar de hypermercado geweest, dat is een grote supermarkt waar ze van alles verkopen, heerlijke grote winkels met een ruime keuze aan levensmiddelen. Ze kochten er broodjes en kaas, en de fles Port waar Thomas nu van geniet. Ze hebben veel gesproken over het Zoek Jezelf in Jezus Collectief en het gebrek aan perspectief van dergelijke verenigingen. De vreemde beslissingen die er worden genomen, en de onmacht die Thomas voelt. Blonde Thomas en donkere Alfons zijn vandaag de stad Evora in geweest en hebben daar wat foto's gemaakt.De stad maakt een wereldse indruk en herbergt een prettige mengeling van locale bevolking en toeristen. Er is van alles te koop, tot en met het meest moderne, en er is de herinnering aan het verleden, het indrukwekkende verleden van deze stad, midden in de heuvelachtige provincie van de kurkeiken, en de zinderende zon. Het is vandaag erg warm, morgen gaan ze naar een camping aan de kust. Thomas heeft vanochtend een lekkere warme douche genomen. Dat is goed voor Thomas.Evora is een stad met een mondiale uitstraling, kleiner dan Utrecht en leuker dan Amsterdam, met veel moderne mensen en winkels. De moeite waard om deze stad bezocht te hebben.















*



© september 2009, mobar















































....



Geplaatst door Mobar Vorstkasteel op 14:27 0 reacties Witte kraanvogels 2/7







Blonde Thomas en donkere Alfons vertrekken om kwart voor elf van de natuurcamping in midden Portugal. Ze hebben matig geslapen tijdens de nacht, luidruchtige muziek van een feest elders in de stad. Het nadeel van een tent is dat je werkelijk alles kunt horen. Tot diep in de nacht dringen er geluiden tot je door. Urenlang blaffende honden die elkaar met geblaf antwoorden in deze wereld van mensen, op reis en niet op reis, en vanaf vroeg in de ochtend kraaiende haantjes, het schijnt bij dit land te horen, altijd maar kraaiende haantjes in de ochtend om blonde Thomas en donkere Alfons wakker te maken. Voor de rest een redelijke camping, met een supermarkt in de buurt, en gemoedelijke sfeer van vakantie. Bij vertrek op zoek naar een tankstation waar LPG getankt kan worden, niet gevonden, blonde Thomas steekt een sigaartje op. Er volgt een woordenwisseling omdat Alfons plotseling weer een tankstation binnen rijdt terwijl Thomas aan het roken is. Een sigaartje moet je niet onderbreken met een onverwachte situatie.Thomas en donkere Alfons zien koeien in een weiland omringd door witte koereigers die Thomas het zwijgen opleggen. Prachtige witte kraanvogels op lange poten die rond de koeien lopen. De kraanvogels waar Thomas ooit een prachtige droom over had.Het lijken wel Heilige vogels in een Heilig land, een diepe vroomheid overvalt de anders zo ongelovige Thomas. Hij laat zijn meest betoverende glimlach zien aan Alfons, die weemoedig de andere kant op kijkt. Wat zijn dit bijzondere momenten, momenten die een vakantie naar een ver land zo bijzonder maken. Blond gelokte Thomas hoopt dat het een langdurig zwijgen wordt want hij baalt van zijn eigen onredelijke woorden. Thomas kan vaak nogal onredelijk zijn, gelukkig kan Alfons daar heel goed mee omgaan. Het landschap op weg naar de kust is werkelijk prachtig, de mooiste kurkeiken, de één nog mooier dan de andere, door de tijd, een monument, allemaal monumenten, natuurmonumenten, van tijd en eerbied. Hele mooie parasoldennen van een soort met lage vertakking vlak boven de grond en eindeloze eucalyptusbossen met oude en jonge bomen, twee kleuren groen, twee verschillende vormen blad. Dit is een langdurig zwijgen wel waard, zwijgen in deze omgeving is iets prachtigs, omdat de omgeving zo veelzeggend is, hoeft er niet meer te worden gesproken, en mag het zwijgen enige tijd duren. Thomas denkt nog na over de witte kraanvogels, rond de koeien.Hij vergelijkt de schoonheid van de prachtige oude krukeiken, allemaal door de tijd gevormd tot oude natuurmonumenten met een bijna menselijk karakter. Ze zijn niet te vergelijken, allemaal even uniek, zo grillig van karakter en uitstraling.Een eindje verder tanken Alfons en Thomas benzine voor de oude Duitse gezinsauto, bij het tankstation is ook een cafetaria, met een parkeerplaats met zonnewering, vlak daar bij staan grote rozemarijnplanten, heerlijk geurend in de volle zon, deze planten kunnen hier beter tegen de winter dan thuis in Nederland, waar in de winter alles kapot vriest. Door een industrieterrein nabij Sinès verder naar het Zuidwesten van Portugal.Als ze om half twee op de camping aan komen zetten ze de tweepersoonstent op, op een grasveld op een verhoogt stuk duin, uitzicht op zee, een lekker frisse wind, die over het land waait. Een heerlijke ruime camping, met veel Portugese weekendkampeerders, die vriendelijk gedag zeggen. Alfons en Thomas zijn met de auto naar zee gereden en op het strand gewandeld. Op het eilandje vlak bij het strand staan de overblijfselen van een oude Romeinse nederzetting. Bij het strand ook één. Donkere Alfons heeft alles gefilmd. In de middag zijn Alfons en Thomas naar het dorpje Porto Covo gegaan en daar vandaan ook gefilmd. Alfons en Thomas zijn de enige Nederlanders, daar gaan ze vanuit. Thomas heeft een gevoel van geluk ontdekt. Hij heeft van die zonderling domme gedachten over dat hij altijd uitgaat van het slechte in de mens, op zoek naar schuld en onschuld, maar tijd en ruimte is maar tijdelijk, het gaat erom hoe jij de werkelijkheid voelt. En die werkelijkheid is prachtig,net zoals de witte kraanvogels die ze die middag hadden gezien. Een prachtige werkelijkheid tijdens een zonovergoten vakantie in de Alentejo.







*



© september 2009, mobar







































....



Geplaatst door Mobar Vorstkasteel op 14:27 0 reacties Zuidelijke kusten 3/7







De plannen om tijdens deze persoonlijke reis naar het Westelijke Zuiden van Europa, en terug, een aantal prachtige gedichten te schrijven zijn tot nu toe nutteloos gebleven, ondanks alle voornemens heeft blonde Thomas nog steeds geen geschikte woorden gevonden, laat staan een gedicht geschreven, terwijl eigenlijk heel veel tijdens deze vakantie de aanleiding voor een gedicht had kunnen zijn: Een weg vliegende roofvogel met grote vleugelslagen, een rode eekhoorn die snel een boom in sprint, de heldere blauwe hemellucht, de kleine witte dorpjes tegen de rotsachtige bergen, de prachtige boompartijen van Eucalyptus, Kurkeiken en oude olijfbomen , riviertjes, bloementuinen, het zwijgen van twee vrienden, het is allemaal de moeite waard om er iets over op te schrijven, in een notitieblok, maar daarmee zijn het nog geen gedichten, het zijn slechts woorden op zoek naar geluk. Notities van een bijzondere vakantie die de relatie tussen Thomas en donkere Alfons weer in het goede spoor moet krijgen. Na alle strubbelingen van de afgelopen jaren hebben de twee vrienden dit verdiend.En hoeveel geluk kan er eigenlijk in woorden zitten? Is zwijgen niet vaak een veel betere oplossing? Zwijgen over alles wat er tussen de regels zweeft? Over alles wat niet door de natuur is uitgevonden, of door de wetenschap bevestigd? Is zwijgen eigenlijk wel een straf, kan zwijgen ook niet een vorm van geluk zijn? Maar wat als iedereen blijft zwijgen? Als er nooit meer iets gezegd wordt? Een ongekende dimensie, en onuitgesproken gedachten, de projectie van een lezer op een nooit geschreven gedicht?Thomas vindt het maar vreemde gedachten, maar hij schrijft verder in zijn aantekeningenschrift, probeert alles te onthouden tijdens deze persoonlijke reis.Zijn gedachten zijn misschien nu wat vreemd, maar ze kunnen later nog van pas komen.Er staat hier ook veel ruige wind, ze gaan naar de Cabo de Vicente, beroemd om de straffe wind, het Zuidelijkste stukje vaste land in deze regio van Portugal. Donkere Alfons en Thomas kopen daar een authentieke honing en enkele regionale ansichtkaarten met fotografische afbeeldingen van de indrukwekkende rotskust. Het duurt even voordat het lukt deze te bemachtigen, vanwege de mensen die allemaal verrukt lijken te zijn over dit stukje commerciële beschaving te midden van een indrukwekkende omgeving van ruige rotspartijen en onstuimige zee.De kusten zijn hier echt stijl, het smalle strand is slechts met steile trappen te bereiken.Het is een plek waar veel toeristen komen, bussen vol Hollanders met televisiekleren, oranje sjaaltjes, en woeste kreten, veel Duitsers en toeristen uit heel Europa, al die drukke mensen en een straffe wind maken dit bezoekje vermoeiend. Er wordt nog een ansichtkaart gekocht voor de ouders van ongelovige Thomas. Alleen voor het idee, zo ver weg te zijn, zo ontzettend ver weg te zijn, helemaal in het Zuiden, alsof je Afrika kunt ruiken. Een ansichtkaart helemaal van daaruit terug naar Holland, het land van de kaaskoppen.Terug naar de camping, even buiten het dorp, eerst langs een keramiekwinkel, met een enorme uitstalling aan keramiek, veel redelijk geprijsde aardewerken artikelen, maar niet echt bijzonder, een tijdje rondgekeken, en weer weggegaan. Daarvoor waren Alfons en Thomas een vissershaven, waar Alfons nog wat gefilmd heeft. Oude boten, en kleine roeibootjes aan touwen vast gemaakt. En vreemd genoeg ook een klein rubberbootje temidden van alle boten van hout, polyester, en staal. Thomas werd er verdrietig van, zo'n nietig rubberbootje, het had wel iets.Het had wel iets poëtisch hier in dit verre land.Het eten valt een beetje tegen, een Portugees visgerecht, Thomas eet de helft op, het is niet lekker klaargemaakt. De camping staat vol met Duitsers, en Thomas en Alfons horen tot laat in de avond Duits praten. Er wordt nog een tent in de buurt van die van de twee vrienden opgezet met zenuwachtig gehamer, daarna val Thomas toch in slaap en droomt dat hij een psychose heeft een nare droom, hij rookt ‘s nachts een sigaret in de tent. Dit soort dromen maken het leven voor ongelovige Thomas niet gemakkelijk, het zal wel door de wakkerende wind komen, deze plek staat bekend om de straffe wakkerende wind. De wind maakt veel lawaai tot tegen de ochtend. Het kamperen is soms afzien. Er is behoefte aan een levenslied, een levenslied voor blonde Thomas en donkere Alfons, de reisgenoten. Er is behoefte aan eenvoud in gedachten, maar Thomas kan het niet laten, zoekt woorden om de nare droom te omschrijven, maar dit is geen moment om rationeel te zijn, gevoelens hebben de overhand. Gevoelens hebben heftig de overhand. Gevoelens komen aanwaaien als de onstuimige wind en verdwijnen weer in de luwte. Het wordt weer tijd om verder te reizen, meer naar het Oosten verder de provincie in. De spullen worden weer ingepakt. De auto volgestouwd met de kampeerspullen om te vertrekken in Oostelijke richting.











*















© oktober 2009, mobar

Geplaatst door Mobar Vorstkasteel

zaterdag 8 december 2012

30 oktober 2011

zondag 30 oktober 2011


Winterdroom

De grote vogels, ondubbelzinnige nachtraven vliegen als doodsbroeders naar de helderende zon. De prachtige zon, die morgen weer op komt in een ander vervreemdend land, dicht bij nergens, als in een mistige brief beschreven.

In diepte van leegte onder de nacht van de verloren horizon slapen de mensengeesten zonder de oorlog te vergeten. Ze laten wolken vol luchtkastelen achter.

Illusies als zeepbellen. Sombere wolken met trieste dromen. Dromen als illusie, projectie van een ziel, meerdere zielen. Een verloren ziel, een ziel die niet eerder bestond. Een ziel die geen bestaansrecht weet te vinden. Meerdere zielen.

Alberto Kruisvaan, je denkt nogmaals aan de man, de schrijver van de natuur.

Je onderneemt zinloze pogingen voor een breder begrip. Een breder begrip van beschaving zonder verspilling. Zijn innerlijke ik, de ik van beschaving, is vertwijfeld, verward. Beschaving voor zijn dood, zijn vervlogen ziel. Vervlogen dromen. Onzichtbare wereld. Je staat hier bij die boom, en denkt over het leven. Het verleden, het heden en de toekomst, het lammetje, geboorte. De bloemen die je voor jouw moeder plukte. Ieder voorjaar in de tuin, achter het huis. Maar de kleuren van de Herfst stemmen je somber. Er heerst een grijze leegte in jouw brein, je staat stil. Stil bij alles wat je moest loslaten, laten gaan. Omdat vasthouden wreder was, ondragelijk, misschien. Je had een keuze. Maar was die keuze wel vrijwillig, of zat er een hersenschim in jouw rugzakje, wat je altijd voor de zekerheid bij je droeg.



Het is hier koud en veel te eenzaam in de nacht, verlaten, stil en droeve angst zaaiende gedachten vreten je op. Je denkt aan hem en hoe hij was als mens, als man, met hart en ziel. Hij de grote schrijver over de onstuimige natuur, wolven en beren en eenzaamheid. Alberto Kruisvaan, zijn naam zoemt door jouw hoofd, terwijl je jouw droom probeert te begrijpen. Je stelt je weer voor hoe hij was als mens, als mensenziel op aarde.



Je begeeft je in een eeuwenoud bos, waar de winterelfjes kleine lantaarns langs het pad laten schijnen om de winterherten eens goed te bekijken. Het zijn mooie dieren. Hele mooie dieren. Ze horen bij de wonderbaarlijke witte winterwereld.



Deze maanverlichte wereld ademt vrede, zelfs de boskabouters wenen niet langer over armoe en honger, uitzetting of ontzetting. Ze zijn tevreden met een paddo, een natuurproduct dat nog altijd te vinden is in het eikenbomenbos en niet via het internet verkrijgbaar.



Op zoek naar voedsel draven de dieren over het hertenpad, verzamelen ze zich, om elkaar te warmen met elkanders aanwezigheid in de duistere nacht in het bos, dat hier droomachtig in het droomland ligt, onder een tapijt van witte sneeuw, met slechts winterse stilte aan de horizon, die in de verte een stad laat zien.

Soms speelt het leven zich af in de droomslag van een wonderbaarlijke droom, een dromerige wereld, waar dieren vredig samenleven.



Er komen nooit levende mensen hier midden in het eikenbomenbos. Het is veilig om rond te struinen, als dier, als prachtig hert. Je kunt je helemaal voorstellen hoe dat moet zijn. Je hoeft geen mensen hier te vrezen. Je hoeft geen boeken hier te lezen.



Je mag je als analfabeet aan een boom vast houden.















© oktober 2011 - mobar

vrijdag 7 december 2012

30 oktober 2011

zondag 30 oktober 2011


Koffie

Je bent eindelijk terug in de oude havenstad na de lange vermoeiende treinreis door het land van de regenweelde. De eenzaamheid heeft geen einde, je had dit alles niet kunnen vermoeden.

Het is al laat. Je bent vermoeider dan je ooit had kunnen weten. En jouw vermoedens waren al zo vaak vervreemd van jouw gewoontes, die je nodig moest veranderen. Je had er nauwelijks nog besef voor een gevoel van tijd. Tijd zoals in het heen en weer slingeren van de klepel van de klok in het oude huis waar jij vandaan kwam, na het horen van het droeve nieuws, was je onmiddelijk op de trein gestapt.



Nu ben je terug in de oude havenstad, in een oude woning aan de Aalscholverkade. Je krijgt dorst. Voorlopig een blijvende dorst. Je ziet de openstaande deur en loopt door de hal naar een andere deur met een achterliggende keuken. Het is een kleine maar handig ingerichte keuken, met spiegels aan de raamkant en een kleine tafel bij het raam. Er staat een koffiezetapparaat dat zich door jou laat bedienen. Het bruine goedje drupt langzaam uit het tuitje. Je herkent de grote glanzende spiegel die ook in de kleine keuken hangt. Je laat de koffie een beetje lauw worden. Jouw gedachtes gaan trager dan jouw voelen, dat zich kenmerkt door een rillend lijf omdat je nadenkt over het droeve nieuws. Een leven lang biologische groente en geen vlees gegeten en dan toch kanker, maar oud geworden, oud met een hevige pijn, verraderlijke pijn, die niet meer met morfine was te bestrijden. Totdat jouw buurvrouw tenslotte het leven liet, bijna negentig, maar toch nog door een ziekte geveld. Een leven vol herinneringen heengegaan.Op de Aalscholverkade staan de oude havenhuizen met hun daken in wind en regen, en door het water van de brede grachten voelt het koud en vochtig aan. Er draalt een Herfstige weemoed door jouw levensaders, omdat je weet dat jouw verjaardag voorspoedig is. Ooit zal de dood ook jouw verjaardag herhalen en tenslotte vervagen, een roestige vlek in een emmer vol sop. De koffie blijft lauw in de keuken.



Je denkt aan de oude overleden buurvrouw, haar naam, schrijf je op een leeg stuk papier, en je legt het papier bij de oude foto’s.



Je geniet van het lauw worden van de koffie en bekijkt de kleine keuken nu wat grondiger, met ogen die een besef van bewustzijn verkondigen. Hier heb je ooit als één van de eerste mensen op aarde het boek: Leven zonder liefde gelezen, twee keer achter elkaar, en sommige hoofdstukken wel drie of zelfs vier keer. Je leerde te begrijpen wat dieren bij gebrek aan liefde doen, en waarom mensen zoveel trager denken, dan dieren in eenzelfde situatie. Je leerde te begrijpen waarom de aard der dingen steeds een dualisme is tussen ingewikkeld en eenvoudig, niet tussen goed en kwaad of licht en duister.Je leerde hoe de mens zich zonder liefde kon gaan handhaven in een liefdesloze maatschappij, maar je las ook de schaduwzijde, het cynisme dat de schrijfster ten slotte ten gronden richtte, en haar deed besluiten zichzelf de dood toe te brengen door verhanging aan de sterkte onderste tak van een taaie wilgenboom aan de oevers van het spiegelmeer in het land achter de horizon. De lauw geworden koffie smaakt bitter, de verwarring neemt langzaam af.Je wordt al weer wat rustiger. De oude buurvrouw had zoveel te vertellen. Je zou wel een boek over haar leven kunnen schrijven.

Je kunt mensen voorzichtig aankijken zonder de blik af te wenden. Je durft weer met meer dan twee woorden te praten en een discussie aan te gaan over het geloof, maar je houdt niet van dat absolute, kiest liever voor de nuances van de dierenwereld en de sprookjes van de lente zoals de alleenheerser ons die gaf, zonder oordeel, of vooroordelen. Het ergste leed lijkt nu geleden, jouw artistieke blik valt op een boekenkast waarin alles behalve kookboeken pronken. Je vindt een dun boek in de boekenkast. Je ziet de naam van de auteur: Jeroen Wintertoon De naam van de zelfmoordenaar. De sociaal pedagoog. Die mierenneuker die de late jeugd van Hubert Stuipje naar de knoppen heeft gebracht. Hoe kan het anders. Dit was zijn oude havenhuis. Zijn persoonlijke boekenkast. Zijn particuliere binnenwereld. Zijn individuele keuken, uitgaanscentrum, danszaal, televisiekamer, vermaakruimte.



Nu kom je dichter bij de bron. Dit is spannend en vraagt alle concentratie.Je leest de titel van het boekje: De dood slaat geen varken.Je begint aandachtig te lezen, je slaat geen enkel woord over.Wat kon die man schrijven, jammer dat hij ervoor koos om naar de andere kant te gaan. Maar wat had hij nog voor een keuze? Toen bekend werd dat hij Hubert Stuipje had misleid was zijn carrière naar de knoppen en hing hij zijn ambities aan de wilgen. Maar de vreemde woorden in dit boekje. Dit wonderlijke smoezelige boekje uit zijn boekenkast. De dood slaat geen varken Je weet nu zeker dat je hier niet voor niets naar toe bent gekomen. Je voelt dat er een puist op je rechterbil zit en dat de keukenstoel wiebelt. Maar er zit een eenvoud in het wiebelen die je naar het leven doet snakken. Je leest de overeenkomsten met de filosofische uitspraken uit Leven zonder liefde En je begrijpt eindelijk waar het in het leven allemaal om draait, en dat alles niet voor niets is geweest. Je neemt nog een slok van de lauwe koffie. En besluit het oude huis voorgoed te verlaten.















© oktober 2009 - oktober 2011 mobar

woensdag 5 december 2012

dinsdag 1 november 2011

dinsdag 1 november 2011


Terug naar Amsterdam

Hij dronk whisky alsof het bier was, als hij naast zijn zwembad lag. En hij had het geld om de duurste whisky te kopen, voor in de zon op het zwembadterras, dat naast zijn kleine zwembad lag. Meestal betrof het Schotse whisky, maar hij dronk ook sterke drank uit Ierland, Canada en Frankrijk. Er was zelfs een fles uit Australië, en enkele uit de Verenigde Staten op het zwembadterras. De mensen in het dorp, Knotaraa, waar Arnold in een paar jaar van onbekende idioot naar beroemde burger was geworden, waren verdrietig geweest. Arnold Roodkop had al maanden niet meer geschilderd. Dat had de lokale bevolking tot treuren gestemd.


Arnold’s wanhopige liefde voor mevrouw B. Bloetlag en zijn voorkeur voor onbereikbare liefdes hadden van hem een schrijver gemaakt.



En op een schrijver zat niemand te wachten, die waren er al genoeg in het dorp tussen de coniferen nabij de zee, waar de mensen doorgaans gelukkig waren.


De meeste boeken stonden ongelezen in kasten, die in de huizen stonden om stof te verzamelen. Niemand las er nog een boek sinds het Internet gemeengoed was geworden, en de buitenlucht de zintuigen had geprikkeld.







Hij kon schrijven totdat hij een ons woog, maar niemand las zijn boeken.







Boeken hadden geen nut meer, en waarom bossen kappen voor boeken? Waarom bomen slopen voor boeken? Een laptop bij het zwembad is geen probleem. En hij was weer terug naar Amsterdam verhuisd omdat het daar veel gezelliger was, en meer ruimte voor een dakterras om met zijn laptop op te zonnen.







Hij was uit het dorp vertrokken met veel misbaar en misplaatste trots, maar hij kon niet anders. Hij moest ergens anders heen. De pauwenveren in zijn reet waren niet bedoeld om de vuile was buiten te hangen. De vuile was niet bedoelt om de pauwenveren te besmetten.







Arnold Roodkop was ondanks zijn roem, altijd een gewone man van het volk gebleven, maar het was juist het volk wat zich zo van hem had vervreemd. Hij begreep het volk niet meer, terwijl het volk hem, Arnold Roodkop nog wel begrepen, en met zoete taarten verwende.







Hij was een bewogen schrijver die er bij voorkeur geen doekjes om wond. Een rationele denker met een voorkeur voor vrouwelijk gevormde ministers met kloten die stijf stonden van de hormonen. Hij hield van regenten met een zachtaardig hart, met een nauwkeurig ritme, en gevoel voor de regelmaat der dingen. Hij wist al op wie hij ging stemmen, en hij hoopte dat zij zich weer kandidaat zou stellen. Na de genoten whisky nuttigde hij een paar vierkante blokjes oude kaas van ongeveer een centimeter bij een centimeter. Toen pakte hij zijn jas en ging hij naar het schoollokaal om er te stemmen.







Hij wist al op wie hij ging stemmen, ja weer op een vrouw, want die waren er nog te weinig in de politiek en die konden zijn stem wel gebruiken. Hij keek als eerste op de lijst van de partij voor de dieren. Dat was de partij met de mooiste muze, en de aantrekkelijkste vrouwen. Hij maakte de rode punt van het stempotlood een beetje nat, en plaatste toen een intieme rode stip naast een aantrekkelijk gezicht.







Terug in zijn woning schreef hij een lange brief aan Alfons Antana, een homoseksuele danser en fotograaf, die hij in het Amsterdamse nachtleven had leren kennen.















© november 2011 - mobar

Thomas en Donald in Portugal





Thomas kwam soms in een droomwereld, hij herinnerde zich dan het witte klooster



waar hij als kind was opgegroeid. De dagen tussen de nonnen die met een streng gezicht naar hem glimlachten. Zijn gevecht met zijn ongeloof, wat zich uitte in verzet tegen de komst van Sinterklaas. Hij had ook nachtmerries, dat hij in een zak werd meegenomen omdat hij stout was geweest. Hij had alles aan Donald verteld



maar die geloofde niet in die geest, die dacht dat Thomas het klooster had verzonnen, totdat Thomas het grijze schrift liet zien, met daarin de aantekeningen



van de monniken en de geheimzinnige planten, die zij in de Middeleeuwen op geneeskrachtige werking hadden getest. In het bijzonder de Calumbia Spontakia Vitalica Portugalia, had de aandacht van de twee vrienden, omdat een thee getrokken van het verse blad, kon leiden tot visioenen waarbij het verband



tussen geest en ziel werd gelegd. De twee vrienden besloten om naar Portugal te reizen om te zoeken naar nog levende exemplaren van deze legendarische plant.







13 september 1994, Sàgres, Portugal.



Terwijl Donald D. naar de sanitaire voorzieningen van de eenvoudige camping is, filosofeert Thomas over het leven en religie. God is eigenlijk een soort ijselijke Koningin, uitverkoren om op een zetel te zitten, in luxe te baden, opmerkingen te maken, adviezen te formuleren, gevangenen vrij te laten, bezoekers te ontvangen, geheimzinnig te glimlachen, en meer van dat soort goedbedoelde liefdadigheid, zonder zelf in actie te hoeven komen, wanneer de kust overstroomt, de zoveelste religieuze oorlog uitbreekt, de economie op zijn gat ligt, de werkeloosheid onder aardse mensen schrikbarend stijgt. Alles heeft een boodschap en een diepere bedoeling, door de glimlach van Hare Majesteit, een zorgelijke glimlach. Een glimlach met een diepere bedoeling. We wachten op verlossing, voelen eenzaam nog de troost.Een schizofreen familielid, is een zware opgave voor de rest van de familie.Tijdens een psychose is er vaak geen enkele koppeling naar de werkelijkheid meer,alles wordt gezien als een bedreiging, als groot complot tegen een ziek persoon met grootheidwaanzin, zonder dat zelf te beseffen. Alles in de wereld lijkt zo ontworpen dat het draait om dat éne familielid, voor de persoon in kwestie. De moeder kan het niet uit haar hoofd zetten,en weegt alle woorden met het Katholieke schuldgevoel, van de moeder, immers oorzaak van alles. Er is een nieuw slachtoffer, maar eigenlijk is iedereen slachtoffer, bij zulke extreme waanzin. De hulpverlening is vaak slecht georganiseerd, en helaas nog al eens niet geschikt om een gezin op te vangen in dergelijke nare omstandigheden, die voor veel problemen zorgen.De harde wind is afgenomen, Thomas en Donald D. staan wat later op dan gewoonlijk. Donald D. heeft een voortreffelijk uitzicht op de blonde toeristendichters van een jaar of vijfentwintig. Hij trekt een blikje energiedrank open en plaatst een campingstoel in de zon.De Duitse surfers met het busje dat vlak bij stond, zijn vertrokken,maar bijna alle tentkampeerders zijn Duitsers, dus ze horen veel meer Duits dan Portugees. Op de ansichtkaart die Thomas gisteren had beschreven om naar zijn ouders te sturen, tekent hij met een oranje stift een zon. Alles is bedoelt om de moed erin te houden. Niet laten merken dat je van de hele situatie baalt, dat Thomas van de familieomstandigheden baalt. Op deze manier heeft omgang met de familie geen zin meer, wordt hij er zelfs steeds alleen maar het slachtoffer van. Hij kan de wereld ook niet veranderen. Het enige wat Thomas kan doen is zorgen dat er door wat meer afstand weer rust in zijn leven komt. Rekening houden met zijn eigen perspectief, laat andere mensen hun eigen problemen maar oplossen, hij heeft genoeg aan die van hem zelf.In het sanitairhok staat een lieve lange Franse jongen met krullen in de spiegel naar zichzelf te lachen wanneer Thomas voorbij loopt om te gaan poepen. Donald is herkenbaar aan het persgeluid van zijn ontlasting zoekend naar bevrijding. Thomas luistert er even naar, klopt op het w.c.hokje en zegt dat hij gaat douchen.De jonge mannen waar Thomas eerst zo op afgaf zijn volgens Donald D. bij nader inzien de leukste campinggasten op deze camping, het zijn bekende moderne Duitse dichters volgens Donald. Thomas zal het in de gaten moeten houden. Donald is tot alles toe in staat, met zijn ongereserveerde verlangen, soortgenoten, dichters van de schoonheid van het woord, te ontmoeten. Na de oprichting van literaire uitgeverij HET ZUCHTEND LANDSCHAP, is hij op zoek gegaan naar vooral Duitse dichters, dus het toeval brengt het momenteel veel goeds voor Donald en niet veel goeds voor Thomas. De gedichten van Thomas zijn tot nu toe te licht bevonden voor uitgeverij HET ZUCHTEND LANDSCHAP. Een grote teleurstelling voor Thomas, een oorzaak van een heimelijk verdriet, naast al het andere verdriet. Donald heeft gisteren al een aardig gesprekje over de tent en het tv-net met de Duitsers gehad, ze spraken zelfs Engels zonder accent, wat uitzonderlijk is in deze streken. Donald is in zijn element! Hij is ook op zoek naar Engelstalige dichters, en deze schijnen van een hoog niveau te zijn. Er lopen hier ook drie meiden rond van een jaar of 18 met de uitstraling van een moderne pop. Krulletjes rond een poppengezicht. Eén van deze meiden heeft zo'n verrukkelijke uitstraling dat het Thomas ontroerd en beroert. Alsof het niet de eerste keer is, dat dit gezicht is verschenen, zover van huis, een gezicht uit het verleden.Thomas probeert dit gezicht een plaats te geven. Het is moeilijk dit gezicht een plaats te geven. Donald gaat brood kopen maar wanneer hij terugkomt blijkt dat het brood is uitverkocht.Thomas snuift de geur van het dennenbos diep in zich op, flarden Duits waaien aan met de wind, de geurige Zuidelijke wind, de gierige wind, de accentloze wind.Donald, besluit met de auto naar een supermercado te gaan. Thomas blijft bij de tent om wat te schrijven. Van zijn plan om tijdens deze vakantie gedichten te schrijven is nog niets terechtgekomen. Hij heeft al wel in het dikke boek gelezen, en de gedroogde Calumbia Spontakia Vitalica Portugalia zorgvuldig bestudeert. Hij weet nog niet zeker of hij het verhaal van de Monniken moet geloven, er werd in het verleden zo veel beweerd over de geneeskracht van planten, en de nonnen hielden niet van zijn vrije fantasie.

"Over het boek van de herfstbloemen vertel ik je later Thomas" Mensen denken wel eens dat een vakantie is om uit te rusten of om een vakantieverhaal te schrijven, niets is minder waar, Thomas heeft een belangrijke missie deze vakantie. De Calumbia Spontakia Vitalica Portugalia is een plant die de geschiedenis kan veranderen. De laatste omschrijving dateert uit de Middeleeuwen, toen monniken experimenteerde met een thee getrokken van de bladeren van deze plant. Zij kwamen tot de ontdekking dat een stof in deze thee een verband kon leggen tussen de geest en de ziel. Hierdoor waren zij in staat het monnikenwerk langer en duurzamer vol te houden. Als het Thomas lukt om levendige vitale exemplaren van deze plant te vinden, zal hij zich nooit meer zorgen hoeven te maken over de kwaliteit van zijn gedichten. Er zijn wel beelden in Thomas opgekomen, prachtige beelden om gedichten over te schrijven, het uitzicht over de rotskust, de meeuwen in de lucht, de schittering van de zon over de zee, de heldere hoge blauwe lucht, maar hij vond geen dansende metaforen om het een betekenis te geven. Hij voelde onvoldoende emotie om de beelden te omschrijven als of een zware rugzak uit het verleden hem tegenhield.Alsof hij nog altijd met schuldgevoelens rond liep, op wat hij nooit had kunnen voorkomen, het uit elkaar vallen van een gezin, een gevoel van eenzaamheidwaar hij ieder jaar met Kerst, vaak verdrietig aan dacht. Hij voelde wel die tranen, maar die lagen in zijn hart bevroren, wachtend tot zijn ziel zal ontwaken zou komen. Er zijn wel beelden geweest waar Thomas gedichten over had willen schrijven, maar alles gaat zo snel weer voorbij tijdens het reizen. Hij heeft geen momenten kunnen vinden om iets op te schrijven. Misschien dat ook de lichte teleurstelling over het nuchtere feit dat Thomas geen enkele reactie kreeg op het mooie bundeltje dat hij had vervaardigt en op de markt verkocht had, een rol speelt. De mensen namen het zwijgend in ontvangst, gaven hem een gulden, en kochten even verderop een kilo sinasappelen. En zijn heimelijke verdriet over uitgeverij HET ZUCHTEND LANDSCHAP. Het is niet dat het dichten uit zijn gedachten is verdwenen, maar het is niet leuk afgewezen te worden door de Uitgeverij van je beste vriend, omdat die nu eenmaal een hoger niveau zoekt, en dan het liefst Duits - of Engelstalig.Thomas en Donald D. hebben veel gepraat over het Zoek Jezelf in Jezus collectief, en de onmacht van Thomas om aansluiting te vinden bij deze groep weldenkende wereldburgers. Het lijkt hem nog altijd bitter weinig perspectief te bieden voor zijn regelmatige productie van gedichten voor de vrije geest. Thomas is een autodidact in hart en nieren en wil dat het liefst zo houden. Het is niet makkelijk onbegrepen te zijn, maar Thomas is beslist geen roepende in de woestijn. Alle problemen die hij heeft moeten overwinnen hebben hem zelfvertrouwen gegeven, en van hem een completer mens gemaakt. Hij verheugt zich erop weer met woorden bezig te kunnen zijn. Uiteindelijk moet je het meeste in het leven toch alleen doen. De hoeveelheid antidepressiva die hij slikt is sinds de vakantie gehalveerd, en dat wil hij voortaan zo houden. Donald D. is terug, nu het niet meer zo waait is het erg aangenaam hier. Thomas besluit nog een shagje te roken. Het is nu het begin van de middag, ze overleggen of ze nog wat van de omgeving gaan bekijken om te zoeken naar de Calumbia Spontakia Vitalica Portugalia. "De kans is groot dat we een exemplaar vinden Donald""Ik weet het niet Thomas, er is veel veranderd de laatste tijd""Ik ben er van overtuigd dat we er één gaan vinden Donald""Okay Thomas, laten we maar op zoek gaan dan"

Thomas en Donald hebben nog een stukje authentiek Portugal bekeken. Helemaal in het meest Zuid Westelijke gedeelte van het land.Boerenland in de duinen, veel Agave en andere vetplanten, een totaal andere flora dan in Nederland. Een aantal bijenkasten op het ene na het andere oude landgoed, met kleinvee zoals bonte geiten, guitige zwijntjes, kippen en honden. Veel wilde vetplanten en ook planten met een ruw harig blad, maar nergens een Calumbia Spontakia Vitalica Portugalia. De zoektocht naar deze bijzondere plant lijkt op niets uit te lopen.Of is het verhaal van de Monniken toch niet waar, en is het gedroogde exemplaar een exemplaar van een uitgestorven plant. Zijn alle andere exemplaren door de geiten opgegeten. Op de heenweg kwamen ze een kudde geiten die de weg overstak tegen.







Een aantal Quinto staat te koop. Het zijn oude landhuizen met een rustieke uitstraling. Donald is op zoek naar een naald en een draad om de tent te repareren, één van de ritsen is gescheurd en dat is lastig. Ze stoppen bij een surfwinkel, maar ook daar verkopen ze het niet. Terug op de camping zien ze dat de twee Duitse dichters ook weer bij de tent zijn gearriveerd. De "leukste" zwaait zelfs even naar Donald die de oude Duitse auto bestuurd. Thomas raakt hier niet opgewonden van, en besluit om weer wat te gaan schrijven, bijvoorbeeld over de hier veel voorkomende Eucalyptusbomen, die overal langs de weg staan, de oudere bladeren lang en smal, de jonge scheuten met het typische eucalyptusblad. Ook de dennenbomen zijn uitzonderlijk, vaak vlak boven de grond vertakt tot een prachtige parasol, enorme parasollen zodat het van veraf een soort reusachtig mos lijkt. De natuur laat mooie indrukken achter.Op de camping bij de tent hangt er nog wat was aan een waslijn te drogen. Thomas drinkt een kop koffie en denkt aan zijn kleine woning in Amsterdam. De zoektocht is voor niets geweest, hij moet zich bezinnen op andere wegen om zijn doel te bereiken. Misschien dat het boek over de herfstbloemen hem meer gaat vertellen over de Calumbia Spontakia Vitalica Portugalia.







© november 2009, mobar

zaterdag 1 december 2012

Donderdag 3 november 2011




Beste Jaap,

Nu de herfstwolken, verjaagd zijn door de dunner wordende zon verlang ik al naar het voorjaar, en jouw aan mij geschreven persoonlijke brieven, die ik behaaglijk, moedig levend in mijn soepel vallende avondjurk, verslind, een beetje zoals een troep wolven een konijn. Hoe vordert nu, het onderzoek naar de tussen de wal en het schip geraakte zonderlingen, dat jij met Jeroen Splinterman begon, naar aanleiding van de brieven, van die vreemde snuiter Hubert Stuipje. Een vrijgeestige kunstenaar, die tegen het einde van de vorige eeuw schilderde, op canvas en op witte binnenmuren. Een zonderling die er een merkwaardige reputatie op na hield omdat hij huilde in de nacht, met een lage toon, die tot in de verte was te horen, en die normale mensen niet konden onderscheidden van de eenzame nachten en de frisse meiden, die al vroeg het voorjaar roken, de meeste schimmen werden stoffige spoken. Ik weet het Jaap Smet, de schaduw van de wind is een soepele held, en jouw gepoederde voeten, op zoek naar het grote geld, wat je aan de wetenschap wilt gaan schenken, zodat zij iets nieuws kunnen bedenken om de toekomst mee te verrijken, er schuilt weer hoop achter de dijken. Ik wens jou en Jeroen, veel te doen en vooral veel leeswerk te verrichten. Er schuilt een waarheid in vele gedichten en deze waarheid kent vele gezichten. Hopelijk zien de mensen voortaan in dat de koe weer in de wei hoort te staan wanneer de zon gaat schijnen.

Groetjes vanuit Haarlem,

Violette Zandheuvel.