zondag 25 oktober 2009

Dromerige nacht

Die dromerige nacht, Oktober 2014, besluit de lenige Alfons Antana in het bed in de bovenste kamer van het appartementje op het Griekse eiland te slapen.Misschien wil hij het spel der Goden vanavond alleen spelen, even geen zweterige Adriaan Worteldans om zich heen. Hij besluit nog wat te schrijven. Een brief. Een nuttige brief aan Violette Zandheuvel, een gebedsgenezeresuit Alkmaar, waarbij hij al sedert zijn pubertijd onder behandeling is.Soms met tussenpozen van enkele maanden, maar zeker zes keer per jaar, een sessie van een uur. En het doet wonderen met hem en de humor over zijn humeur. Hij heeft zich erdoor dwars door de moeilijke jaren weten te slaan. Want het was zeker niet altijd makkelijk met Adriaan Worteldans, die al jaren last had van een tobbende gezondheid door de ongeziene beet van een besmette teek en de daaruit voorgekomen ziekte van Lyme. Er waren dagen, dat Adriaan niet zijn bed uit kon. Wekenlang was hij draaierig geweest en had last van hartkloppingen gehad. Alfons Antana moest er mee om zien te gaan, zo goed en zo kwaad als hij kon. Het was zeker niet gemakkelijk, en de enige die Alfons wat steun kon bieden was Violette Zandheuvel, een halfbloed zigeunerin met zeven Shetlander pony's, een berkenboom en een Hortensia in de achtertuin.Ze voelde de pols bij Alfons, en ze stelde hem gerust door hardop voor hem te bidden. En ze schreef gedichten, bijzondere natuurgedichten, telkens een soort van magisch orgasme, waarin haar eenzelvigheid met de natuur naar voren kwam. Onschuldig bijgeloof met bijzondere gevolgen. Iets waar iedereen blij van wordt.Alfons had haar beloofd vanuit Kreta, vanuit het kleine appartement in Koutouloufari, een persoonlijke brief te schrijven. Een brief over zijn eigen gevoelens, hoe hij in het leven staat als mens, nu eens niet de gevoelens van Adriaan Worteldans, die zijn gevoelens liever voor zichzelf hield.De pen van Alfons glijdt over het papier, de inkt vloeit zich in droeve woorden, dit is de pijn van jarenlang met een zieke partner omgaan, alles binnen te houden totdat tranen gaan druppen. Het papier wordt nat, de inkt vlekt uit tot minder duurzame woorden, of is dit leven toch een grap? Die ene Limburgse jongeman van hiernaast wat zei die ook alweer met zoveel woorden. Dat heimelijke verlangen.Veranderd er nu echt nooit iets? Waarom is het nog steeds taboe? De erotiek van zojuist is plotseling heel ver weg, en met de pen in zijn hand verkeert Alfons in dromenland. In een Kretaans dromenland vol oude olijfbomen, en geelzandige heuvelhellingen, dwaalt hij weg zonder gedachten aan toekomst en verleden. Alfons is in slaap gevallen en niet meer in de werkelijkheid.Adriaan Worteldans, die volgende ochtend vroeg wakker wil graag verder lezen verder leven in Stempel van de liefde, omdat Alfons nog slaapt en het te vroeg is om hem te wekken, zet hij eerst een kop koffie voor zichzelf. Het is buiten nog stil. Adriaan slaat het boek weer open. De eerste brief van Saartje Saffrilon aan de kunstenaar Sylvanus. Hij leest het met een fluisterstem voor aan zichzelf. Probeert zich het allemaal voor te stellen. Het boek heeft al zoveel over het leven verteld. Stempel van de liefde, een boek waarin ook brieven staan.

Beste Sylvanus,
Trek je niets aan, van de harde kritiek van de priesters van de Tempel, zij kennen nog de Stempel van de vrijheid niet, en aanbidden een God met een onjuiste argumentatie, de kwaliteit van het ei, ligt niet aan de kip, maar aan de manier waarmee de gebeurtenissen met elkaar verband houden. Toevalligheden duiden niet op mystiek.Jouw bezoek aan die psychiater heeft mij tenminste iets duidelijk gemaakt, je moet het geloof in jezelf niet verloochenen voor een ander. Er zijn al genoeg egoïsten op de wereld, die man verdient zijn geld ten koste van jouw handicap, en heeft te kennen gegeven dat hij jouw gedichten niet begrijpt.Bedenk wel dat de gelovigen vaak net zo verschillend denken als de ongelovigen, en dat narcisme volgens de psychologie behoord tot een beproefde overlevingsstrategie. Het verbaast me dat je als cliënt van de materie, er zoveel aandacht en interesse op na houdt. Maar die psychiater, tja wat moet ik er over zeggen, hij heeft jou verteld dat hij jouw gedichten niet begrijpt. En wat koop jij daarvoor, nog geen half brood, als je zo door gaat met bezuinigen. Je moet wel op je woorden passen wanneer je tegen hem praat, verzwijg seksuele uitspattingen zoveel mogelijk, want anders haalt hij Freud erbij en die was zwaar aan de coke en de vrouwenborsten. Probeer niet teveel de waarheid te achterhalen, het zal je geen goed doen, je komt uit een raar gezin, en hebt nog genoeg om te achterhalen. En er zijn er meer die uit een raar gezin komen. Maar een schizofrene vader en een verwarde altijd zenuwachtige moeder dat zal wel sporen hebben achtergelaten.Ik zal je spoedig enige hulpzinnen toesturen om het geheim van de Stempel meer naar het punt der herkenning te laten gaan, ga jij ondertussen door met mij te spalken met jouw onvolprezen jeugdherinneringen desnoods gegoten in hedendaagse dichtkunst, zolang je de tussenwoorden maar achterwege laat. Ik zie je terug in het boek lieverd, hou je ondertussen trouw aan je hang naar zoetigheid en ronde koekjes.

Voor altijd, jouw eeuwige muze en aanhankelijk verzinsel, Saartje Saffrilon, dichtkoningin van Friesland, voor altijd in de letteren verankerd met een krul, een glimlach, een nagelschaartje, lippenstift en grote ogen.




*






© oktober 2009, mobar

Lassithi hoogvlakte 2014

Lassithi staat bekend om haar hoogvlakte met talloze oude witgekalkte windmolentjes. Een vakantie heeft telkens een nieuwe bestemming nodig, na de oude boom en de voortreffelijke warme maaltijd van de oude vrouw aan het begin van de middag, is de volgende bestemming de oude windmolentjes hoger op de berg. Het is nog een eindje rijden met de huurauto, maar dan hoog in de bergen staan ze er, in Seli Ampelou, kleine witte windmolens, die water naar de hoogvlakte brengen. Het is een prachtige gezicht, zo hoog in de bergen. Natuurlijk staan er bussen met toeristen bij deze bezienswaardigheid, er is een modern ingerichte toeristenshop met allerlei aardewerk en uiteenlopende souvenirs. Er komen per jaar meer dan drie miljoen toeristen naar Kreta, niet vreemd dat ook begin oktober 2014, wanneer het al veel rustiger is dan in de zomer, Alfons en Adriaan ook hier allerlei toeristen van voornamelijk het West Europese vasteland tegenkomen. Mensen van verschillende pluimage, huisvrouwen, winkeliers, schrijvers, dichters, kunstenaars, tuinmannen, ambtenaren, timmermannen, loodgieters, artsen, en anderen.Alfons en Adriaan bekijken de prachtige authentieke molentjes, die op vele ansichtkaarten te bewonderen zijn en nemen ook een kijkje in de toeristenshop. Nog een waterijsje, vooruit maar het is toch vakantie. Een heel vreemde gewaarwording na zolang bergop rijden, nu eindelijk over de top te zijn. Naar beneden rijden vind Alfons Antana minder eng, dus het kan vanaf nu alleen maar leuker worden. De mannen stappen weer in de auto, rijden inderdaad een tijdje bergafwaarts maar niet lang want dan begint de Lassithi hoogvlakte, een landelijk gebied met kleine dorpjes en veel landbouw, kleine kneuterboerderijen met geiten, soms schapen, honden, katten, een ezel en heel af en toe een koe. Kleine witgepleisterde huizen, met boomgaarden, appels, peren, olijven, sinasappels, citroenen, kersen.Alfons en Adriaan vinden het prachtig dat dit nog allemaal bestaat, dit is nog echt authentiek Kreta, zonder moderne hotelgebouwen of uitpuilende zwembaden omgeven door vetgemeste verwende toeristen, dit is echt boerenland met honingbijen, kippen, en klein vee. Alfons Antana waant zich in een andere wereld, waar de tijd eeuwenlang stil heeft gestaan. En de mensen nog in een rustig tempo leven, zonder haast, alles gemoedelijk in het ritme van de natuur, en het orthodoxe geloof.Bij één van de boerenuitstalling langs de weg koopt Adriaan Worteldans een zak appels. Een eind verderop rijdt een authentiek aandoende zwarte geklede Griekse eilandbewoner op een ezel, als er een auto nadert gaat hij met de ezel midden op de weg staan en maakt met enige gebaren duidelijk dat de toeristen hem mogen fotograferen, maar dat hij er wel geld voor wil hebben. Alfons Antana ziet wel humor in dit komische tafereel, zelf vragen om gefotografeerd te worden, en er geld voor vragen, en dat terwijl het toerisme ver weg zou moeten zijn op deze boerenhoogvlakte. Het is komisch en de moeite waard, de man draagt prachtige zwarte klederdracht en heeft een zeer authentieke grijze snor, over de ezel maar te zwijgen, ezels zijn immers altijd authentiek. Het knokige dier blijkt een geweldige poseur met echte verdrietige ogen en een aanhankelijke gelaatsuitdrukking. Er staan her en der toeristen te fotograferen.Alfons begint weer echt in de stemming te komen, dit doet hem denken aan vroegere fietstochten naar Volendam, en door de damp des tijd gerookte paling aan de oeversteigers, die nog naar teer ruiken, dit doet hem denken aan hoe hij ooit heeft leren zwemmen, hoe hij heeft leren fietsen, met vallen en opstaan, hoe hij nooit heeft leren schaatsen, leren zingen naar de blauwe maan. Voor Adriaan Worteldans is het enthousiasme van Alfons Antana zeer aanstekelijk, hij is er minder door gaan roken, eet wat vaker ongeschild fruit en geniet meer van de simpele eenvoud van het leven.Bijvoorbeeld het eten van een appel op een door de Griekse zon beschenen dag, hier ver van de rest van de wereld, op het boerenland van de hoogvlakte. Bij een uitstalling even verderop langs het boerenweggetje, besluiten de heren een potje echte boshoning te kopen. De verkoper gedraagt zich alsof hij Adriaan Worteldans in Lassithi heeft zien opgroeien, vriendelijk en charmant, hij probeert hem nog allerlei andere producten aan te smeren, voornamelijk vruchtenjam, en nog wat verdwaald aardewerk en volledig doorgestikt linnengoed. Het lijkt één grote droom deze autorit over de hoogvlakte van Lassithi. Alfons is het moeilijke gesprek over Stempel van de Liefde, zo goed als vergeten, alleen die naam speelt nog door zijn hoofd, Saartje Saffrilon, een bekende dichtersnaam. Saartje Saffrilon, daar heeft hij eerder iets over gehoord. Er staat hem nog iets bij, heeft hij niet ooit een prachtig gedicht van haar gelezen? Was dat niet ergens op een gedichtensite op Internet? En was hij toen niet ontroerd door de zorgvuldige woordkeuze van de soepel lopende sensuele zinnen, die de inhoud beetje bij beetje prijs gaven? "Saartje Saffrilon"
die naam blijft door zijn hoofd zingen. Het oude huurautootje tuft verder naar beneden, langzaam de berg weer af. Op weg naar de zee en koffie.


*
© oktober 2009, mobar

Maaltijd op een berg

Een half stokbrood met kaas en een kop waterige koffie in de rommelende maag. Met het huurwagentje de berg op, en enkele uren later een waterijsje en een sigaret bij een zeer oude boom. Na uren bergop rijden beginnen de magen van de twee heren steeds erger te rommelen. De klaagzang van de kleine donkere Alfons Antana begint al drie bochten verder, achter iedere bocht gaat de berg verder de hoogte in, dan eindelijk een minder stijl gedeelte met wat langere bochten, weer wat kromme bomen langs de weg, en hier en daar een oud wit gekalkt huisje onder de gouden Griekse eilandzon die in de heldere blauwe hemel staat.Alfons Antana denkt nog na over het droeve verhaal dat Adriaan aan hem verteld heeft. Het verhaal over het boek Stempel van de Liefde, van Leidekker Goudstraal. Adriaan laat weten zelf eigenlijk ook wel honger te hebben, hij geeft wat extra gas zodat de wagen tijdens het klimmen meer vaart krijgt. Dan plotseling enkele tientallen meters na een flauwe bocht staat er een oude in het zwart geklede vrouw op de weg, die druk gebarend naar wat houten tafels en stoelen wijst.
"Eten"
verzucht Adriaan Worteldans
"Hoe bedoel je eten"
vraagt Alfons, maar Adriaan parkeert resoluut de auto op een door de oude rimpelige vrouw in zwarte kleren, aangewezen plaats. De twee heren worden enthousiast begroet, alsof zij beiden juist op het goede moment arriveren, voor dat ze het zelf in de gaten hebben zitten zij aan één van de tafeltjes en bestellen daar aardappels met heerlijk gekruid lamsvlees en Griekse salade, met vers geplukte tomaten.Adriaan Worteldans gedraagt zich de hele tijd alsof hij het typische oude vrouwtje al jaren kent, en zij gedraagt zich hetzelfde jegens de grote blonde Adriaan Worteldans. De twee liggen elkaar, Alfons ziet het geamuseerd aan.
"Komt er in het boek ook een oud vrouwtje voor"
vraagt hij terwijl hij zich het verrukkelijke gekruide lamsvlees laat smaken.
"Ja, in het psychiatrische circuit waarin Sylvanus verkeerde, zit een heel gemeen oud vrouwtje wat Sylvanus heel erg plaagt"
Alfons Antana begint een beetje te lachen, hij weet op zulke momenten nooit goed of hij zijn vriend Worteldans moet geloven. Die rare Adriaan leest wel eens vaker boeken waar hij, om Alfons te plagen, dan allerlei flauwekul verhalen om heen gaat verzinnen, omdat hij weet dat Alfons toch nooit die boeken na gaat lezen. Alfons ziet er de lol wel van in. Alsof die oude vrouw van dit voortreffelijke eten ook een beetje in het boek, Stempel van de Liefde is gestapt.
"Hoe heet die geesteszieke vrouw dan?"
vraagt hij om de sfeer nog verder te verbeteren. Ondertussen bestelt Adriaan een Grieks biertje voor Alfons en een glas gekoelde cola voor zichzelf. Het oude Kretaanse vrouwtje komt het met een gelukzalige glimlach brengen.
"Kalinda"
zegt Adriaan.
"Ze heet Kalinda en ze heeft de gore pest aan Sylvanus Groentelijf, ze is jaloers op zijn bijzondere talenten, jaloers op zijn voorname mannelijkheid, jaloers op zijn lieve vrienden, jaloers op zijn aantrekkelijke schoonheid, ze is verschrikkelijk jaloers en laat dat op alle mogelijke gemene manieren merken"
Alfons Antana neemt een ferme slok van het heldere frisse Griekse bier en zegt voldaan.
"Wat een gedoe, en wat doet die Sylvanus Groentelijf daaraan?"
Adriaan antwoordt kalm:
"Die begint een correspondentie met jonge dichteres uit Friesland"
De Griekse salade is echt voortreffelijk, evenals het uitzicht, even wat grasland met wat oude bomen en dan weer de schitterende kale rotspartijen, vol abstracte grilligheid en robuuste schoonheid.
"Saartje Saffrilon"
"Wablief"
vraagt Alfons.
"Saartje Saffrilon, zo heet die vrouwelijke dichter uit Friesland, waar Sylvanus Groentelijf brieven aan schrijft, na zijn ernstige ruzie met zijn psychiater."
Het vriendelijke oude vrouwtje komt de borden afruimen, de heren maken met gebaren duidelijk hoe voortreffelijk het gesmaakt heeft. Adriaan Worteldans bestelt twee dubbele espresso's.
"Laten we nu ophouden over het boek, een gedeelte bestaat uit de brieven van Sylvanus Groentelijf aan Saartje Saffrilon, maar daar vertel ik je later nog over."
De mannen halen eens diep adem en genieten voldaan met volle maag van de heerlijke koffie op deze prachtige hoog gelegen plek op het Griekse eiland Kreta.
Het is begin oktober 2014, en het voelt aan als een heerlijke vakantie tijdens het veel bewogen leven van de twee heren, Antana en Worteldans.
Adriaan neemt royaal afscheid van het oude vrouwtje en Alfons kijkt gelaten toe, met een spontane glimlach. Ze kan inderdaad stukken beter koken dan Adriaan Worteldans, dat is één ding wat duidelijk is geworden. En daar wordt nog over gepraat, terwijl de berg steeds hoger wordt, en de huurauto voort tuft, praten de heren na over de smaak van de tomaten, het heerlijke malse lamsvlees, en de voortreffelijke espresso.






*
© oktober 2009, mobar

zaterdag 24 oktober 2009

Rond de oude boom

"Alfons Antana, ik moet je iets vertellen"
"Ik ben het belangrijkste boek uit mijn leven aan het lezen."
" Niet eerder las ik zo een indrukwekkend boek"

Twee verliefde vrienden, zijn samen op vakantie op het Griekse eiland Kreta.Adriaan, blond en breedgeschouderd en handelaar in tweedehandboeken. Alfons Antana, donker en stukken kleiner, en danser en fotomodel.Het is vandaag de ideale dag voor een dagtochtje op het eiland. Ze rijden met een kleine huurauto een berg op en ergens halverwege de beklimming parkeren ze het autootje bij een oude boom.Dan gaan Adriaan en Alfons op één van de banken rond de indrukwekkende oude Griekse boom zitten, en voorzichtig vraagt Alfons:
"Zeg Adriaan, dat boek van je, Stempel van de Liefde, waar gaat dat eigenlijk over, je bent er al zo lang in aan het lezen. Ga je het deze vakantie nog uitlezen?"
"Waarom is het zo een indrukwekkend boek?'
Adriaan kijkt Alfons Antana bemoedigend aan, dit komt een beetje onverwachts, die interesse in het dikke bijzondere boek dat hij aan het lezen is, en dat hij inderdaad tijdens de vakantie wil uitlezen.
"Het is een verdomd spannend boek," zegt Adriaan rustig terwijl hij een sigaret opsteekt. Alfons twijfelt of hij ook een sigaret zal opsteken, maar doet het toch maar niet en hij vraagt nogmaals.
"Maar waar gaat het over, Adriaan? Vertel eens iets over waar het over gaat."
"Het gaat over een jonge verpleegster die op een zomerdag in een groot bos de liefde bedrijft met een donkere vreemdeling en daarna zwanger door hem blijkt te zijn geworden."
En Adriaan vervolgt:
"De vreemdeling is allang terug gekeerd naar zijn thuisland, als zij bemerkt dat ze zwanger door hem is geworden, door die ene keer in het bos, onder de schaduw van een grote boom." "Ze is nog jong en ongehuwd en haar strenge Katholieke moeder die veel aanzien in het dorp heeft ziet het als een schande voor de familie en voor het hele dorp."
"In allerijl gaat de verpleegster op zoek naar een man om te huwen en om de vreemdeling zo snel mogelijk te vergeten,"
vertelt Adriaan Worteldans met rustige stem, terwijl Alfons Antana aandachtig luistert.
En Adriaan vervolgt:
"Zij vindt via een contactadvertentie in de krant een man en beiden gaan wonen bij de moeder van die man in Amsterdam. Daar bevalt zij van een gezonde dochter en later nog van twee zoons."
"O" reageert Alfons droog.
" Het verhaal vertelt de geschiedenis van wat die ene verloren liefde, die romance in het zomerbos, in een mensenleven heeft aangericht." Adriaan Worteldans praat rustig, met een beheerste stem.
"Wat stond er dan in de contactadvertentie?" vraagt Alfons Antana nieuwsgierig.
"Dat wordt niet in het boek vermeld," antwoordt Adriaan.
"Vreemd" merkt Alfons op terwijl Adriaan verder praat.
"Er wordt nog een derde zoon geboren, en iedereen maakt grapjes over de melkboer."
" De dochter loopt op jonge leeftijd weg van huis."
"De twee jongste zonen krijgen te kampen met een psychiatrische handicap, en de moeder leeft een troosteloos en mistroostig bestaan met een man waar ze alleen van heeft leren houden, omdat ze niet anders kon, wegens haar strenge Katholieke moeder."
Alfons luistert aandachtig.
" Ondertussen leeft die vreemdeling in zijn thuisland ver over de oceaan, een waanzinnig luxe leven, komt in contact met allerlei belangrijke ministers, verwekt nog zeven andere kinderen bij zijn eigen vrouw, en komt tragisch om het leven tijdens een burenruzie."
Adriaan vertelt bevlogen verder over het boek. Alfons luistert.
"Ik ben nu bij het hoofdstuk waarin de dochter verneemt dat haar biologische vader is overleden."

Adriaan zwijgt even, Alfons Antana ook, hij denkt na. Een warme Griekse wind waait langs de eeuwenoude boom en Adriaan vervolgt weer.
"Zij besluit daarop onmiddellijk naar Argentinië te vertrekken om kennis te maken met haar zeven Argentijnse halfbroers."
Als Adriaan eindelijk is uit verteld staan er drie oude Griekse eilandbewoners lachend mee te luisteren.
"English, English,"
proest er ééntje terwijl hij Adriaan om een sigaret vraagt. Adriaan geeft beleefd een sigaret aan de oude Griek met grijze snor. Alfons voelt zich wat ongemakkelijk door het verhaal en hij besluit ook een sigaret op te steken. De Grieken maken nog wat vrolijke gebaren, mompelen wat in het Engels en strompelen dan weer naar de andere kant van de oude boom.
"Dat is een heel verhaal Adriaan," zegt Alfons rustig.
"Wie is het hoofdpersonage?" vraagt hij.
"Dat is het boeiende juist, ieder hoofdstuk gaat over een ander hoofdpersonage."
"Het meest pijnlijke hoofdstuk was het hoofdstuk over de middelste zoon, Sylvanus, een kunstschilder, die terecht komt in het psychiatrische circuit en daar ondanks zijn talenten het onderwerp wordt van bijtende spot."
Adriaan kijkt Alfons ernstig aan terwijl hij dit vertelt, hij weet dat Alfons ook graag schildert en dat Alfons erg in kunstenaars is geïnteresseerd.
"Je moet het boek maar eens lezen, het is hartstochtelijk en pijnlijk mooi geschreven."
"Maar laten we nu weer verder gaan, het is nog een heel eind over de berg en dan de prachtige hoogvlakte, ik vertel je later wel meer over het boek."
besluit Adriaan.
De mannen groeten de oude Griekse eilandbewoners aan de andere kant van de eeuwenoude boom, en nemen weer plaats in de kleine huurauto. Met wat gepruttel van de motor komt de wagen op gang, om verder te gaan met de beklimming van de berg, de berg die alsmaar hoger lijkt te worden.

Toeval of geen toeval, niets in het leven is om niets toevallig. Een vriendenstel viert vakantie op Kreta dit leidt af en toe tot hilarische situaties, omdat de Grieken denken met twee bekende Engelse acteurs van doen te hebben. Adriaan is vast van plan een dik boek tijdens de vakantie helemaal te lezen, hij is daar al voor de vliegreis mee begonnen. De personages uit dit boek blijken op geheimzinnige wijze iets te maken te hebben met het leven van Alfons en Adriaan. Adriaan, die tevens eigenaar is van een voorname boekenwinkel in één van de oudste steden van Nederland, een vlak land dat ligt aan de Noordzee en waar de mensen op houten schoenen lopen, die ze klompen noemen, door handenarbeid gemaakt, is vast van plan dit boek tijdens de vakantie helemaal uit te lezen. Maar er zijn ook nog andere boeken die hij gaat lezen.

*
© oktober 2009, mobar

Schaduwdroom (nieuwe versie)

Het is koud en veel te eenzaam in de nacht. Verlaten, stille en droeve angst zaaiende gedachten vreten Alfons Antana op. Hij denkt aan de beroemde schrijver Jeroen de Graaf, hoe hij was als mens, als man, als hart en ziel. Hij, Jeroen de Graaf, de grote schrijver over de onstuimige natuur, grijze wolven en bruine beren en menselijke eenzaamheid, bruisende watervallen, hoge bergen en diepe valleien. De grote vogels, ondubbelzinnige nachtraven vliegen als doodsbroeders naar de helderende zon, die morgen weer op komt in een ander vervreemdend land, dicht bij nergens, een somber land achter de horizon. In diepte van leegte onder de nacht van de verloren horizon, dieper en dieper in de leegte. Ze laten wolken vol luchtkastelen achter. Illusies als zeepbellen. Sombere wolken met trieste dromen. Dromen als illusie, projectie van een ziel. Een verloren ziel, een ziel die niet eerder bestond. Zinloze pogingen voor een breder begrip. Een breder begrip van beschaving zonder verspilling. Zijn innerlijke ik, de ik van beschaving, is vertwijfeld, verward, niet opgewassen tegen toenaderingen, angstig voor contact.Hij peinst verder over beschaving, beschaving voor zijn dood, vervlogen ziel. Vervlogen dromen. Onzichtbare wereld, wereld van een zelfmoordenaar,Alfons Antana staat bij die boom, en denkt over het leven. Het verleden, het heden en de toekomst, de lente, het lammetje, geboorte, nieuw leven. De bloemen die hij voor zijn moeder plukte. Ieder voorjaar in de tuin, achter het huis. Maar de kleuren van de Herfst stemmen hem somber. De mistige schimmen maken de mystiek bijna tastbaar.Er heerst een grijze leegte in zijn brein, Alfons Antana staat stil. Stil bij alles wat hij moest loslaten, laten gaan. Omdat vasthouden wreder was, ondragelijk, misschien. Had hij een keuze? De leegte om het gemis van Jeroen de Graaf is dreigend. Alfons Antana hield veel van zijn boeken. Die vreemde avonturen in de natuur. Alsof het hele leven een bedreiging is. Alles wordt achtervolgt door zijn dood. Een dood die niemand heeft kunnen voorspellen. Maar die onherroepelijk was gekomen.Een sterven dat Alfons Antana nooit zal begrijpen. De nachtvogels zwermen rond de dood. Het moeras slaat zijn armen uit naar de eenzame ik. De onrustzaaier van het ego, de verdwaalde karaktermuis. Van de alleenstaande, wereldveroveraar, dromerige nul. Gecalculeerde aanbidder van een magere nachtmaan. Alfons Antana leest de krant, hangt de was op, krabt de rug van de hond, neemt de oude tijdschriften door op zoek naar een artikel van Joop, een personage uit een boek van Mobar Vorstkasteel.Zwart krijsende vogels met onrustige vleugels vliegen door de duisternacht over de oude stad, hoger de verdedigingsmuren, dichter het bos. Het zompige moeras borrelt en slikt geheimen in en spuugt natte slipjes uit. De nachtrust verdwenen zondigt adem en boert af en toe met groene ernst, milieubewust, hittebestendig. De nacht slaapt in een, tegen beter weten, en alles in teleurstelling, onmenselijk falen.Dit hebben we met niemand zo voorgesteld. Alfons wist niet dat hij eenzaam was, eenzamer dan iemand kon zijn. Dan we samen dachten dat hij kon zijn. Alfons weet het nog steeds niet, heeft geen flauw idee. God heeft zijn gesprek met een schaduw. Een minnaar van de nacht en de lusten van het duister. Dat weet hij uit zijn dagboek, zijn geheime vlugschriften, door niemand ooit gelezen,Een bijzonder eenzame schaduw, de schaduw van zijn geweten. Jeroen had een repeterend geweten. Hij was een schaduwkind, een schaduwman met een schaduwdroom, zijn worsteling met alles waar hij geen raad mee wist.De strakke beschouwing van de roofvogel wordt langzaam onsamenhangend. De bomen buigen, gedachten verdwijnen, gevoelens stompen af tot een onduldbare pijn die nergens vandaan schijnt te komen.Alle verbanden zijn zoekgeraakt in de wind, die woedend is en de gruwelvogels achterna jaagt. Deze nachtmerrie heeft geen einde, laat in laatste hoop alle teugels los, voeten op de aarde, bewaar uw vrede, het einde is voorspoedig. Het zijn hersenspinsels. De eerste en laatste lentespinsels. De vroeger gesponnen dromen die aan een zijden draadje hangen. Naar aanleiding van het lenteverhaal van Jeroen de Graaf. Maar het is nu midden in de Herfst. De avond is koud en vochtig. Alfons mist hem. Hij mist zijn verhalen. Hij voelt zich schuldig dat hij Jeroen nooit echt heeft leren kennen. Hij las alleen zijn gedichten en zijn verhalen.En hij bewonderde zijn gedichten. Hij las ze soms wel tien keerachter elkaar, iedere keer hongerig naar meer. Hij kreeg geen genoeg van zijn gedichten. Hij dacht dat hij hem begreep via zijn gedichten. Alfons voelde wel dat hij worstelde met het leven, maar hij wist niet dat het zo erg was. Er was altijd zo veel leven, met de braamstruiken de landwegen, de bospaadjes, de wilde dieren, en bijzondere vogels, zijn ruige poëtische beleving van de natuur, waarin hij altijd een gevaar op de loer had liggen. Een leven vol bizarre feiten. En nu staat Alfons hier, midden in de veranderende natuur. Er zwemmen wat meerkoetjes in het water, wat wilde eenden en in de verte een zwaan. Alles lijkt nooit veranderd, alleen het gevoel is verbijsterend anders. Wat was hij voor iemand? Was hij hier vaak bij deze boom? Het is een inspirerende omgeving. Maar Alfons voelt dat hij ontworteld raakt door de leegte, het niet kunnen begrijpen van de dood. Zijn dood. Zijn zelfgekozen dood. Onbegrijpelijke leegte. Onberispelijk stil. Terug in zichzelf, met eenzame gedachten.

*
© oktober 2009, mobar

Een andere naam

Die dertiende oktober van het jaar 1999 in de regenachtige hoofdstad van ons kikkerland, is Florian van Driesteveld vroeg opgestaan. Als hij, in de schrijfkamer, de computer aan heeft gezet, bemerkt hij een binnengekomen mail van Sally Winterflow.

Hoi Lieve Florian,

Grappig dat je lieve flamboyante vriend Hubert Stuipje een pseudoniem voor zichzelf heeft verzonnen. Okselaapje is een hele grappige naam. Als ik het goed begrijp is het een vrouwelijk aapje met een vrolijk blond kapsel. Heel lief dat hij haar dezelfde leeftijd heeft gegeven als die van mij. Het geeft mij de gelegenheid mij af en toe aan de domheid van deze unieke primaat te spiegelen. Zoals ik al schreef ben ik een oude ziel in een jong lichaam.Ik neem aan dat het bij Okselaapje ook zo is.Ik heb gehoord dat Hubert Stuipje een prachtig verhaal over een reis naar Portugal heeft geschreven, met Okselaapje in de hoofdrol. Ik wil dat verhaal heel erg graag eens lezen. Kun je het op één van de mij bekende schrijverssites plaatsen, dan lees ik het wel tijdens het surfen. Ik heb het heel erg druk in de boekenwinkel. Het is soms wel een saai leven, maar er zijn altijd weer situaties waar ik weer hoop uit kan putten, zoals wel nodig is tijdens het bestaan hier op aarde. Het best verkochte boek van de laatste weken is de nieuwe roman van Cassandra Daling, "De pientere cavia" over een jongetje dat zijn huisdier leert trampoline springen. Moet je echt een keer lezen, heeft Hubert Stuipje ook gedaan. Heb je al een andere naam voor jezelf verzonnen. Ik vind Florian van Driesteveld een prachtige naam hoor, daar is helemaal niets mis mee.

Liefs, Sally Winterflow.


Daar zit Florian van Driesteveld dan, achter de computer de schrijfkamer, iedereen heeft tegenwoordig een pseudoniem of een bijnaam, maar hij kan helemaal niets verzinnen. Verzinnen, daar heb je vrienden voor.


© oktober 2009, mobar

zaterdag 10 oktober 2009

Schaduwdroom

Het is hier koud en veel te eenzaam in de nacht, verlaten, stil en droeve angst zaaiende gedachten vreten je op, je denkt aan hem en hoe hij was als mens, als man, als hart en ziel. Hij de grote schrijver over de onstuimige natuur, wolven en beren en eenzaamheid, watervallen, bergen en valleien.De grote vogels, ondubbelzinnige nachtraven vliegen als doodsbroeders naar de helderende zon, die morgen weer op komt in een ander vervreemdend land, dicht bij nergens, een somber land achter de horizon. In diepte van leegte onder de nacht van de verloren horizon, dieper en dieper in de leegte. Ze laten wolken vol luchtkastelen achter. Illusies als zeepbellen. Sombere wolken met trieste dromen. Dromen als illusie, projectie van een ziel. Een verloren ziel, een ziel die niet eerder bestond. Zinloze pogingen voor een breder begrip. Een breder begrip van beschaving zonder verspilling. Zijn innerlijke ik, de ik van beschaving, is vertwijfeld, verward, niet opgewassen tegen toenaderingen.Hij peinst verder over beschaving, beschaving voor zijn dood, vervlogen ziel. Vervlogen dromen. Onzichtbare wereld, wereld van een zelfmoordenaar,Je staat hier bij die boom, en denkt over het leven. Het verleden, het heden en de toekomst, lente, het lammetje, geboorte. De bloemen die je voor jouw moeder plukte. Ieder voorjaar in de tuin, achter het huis. Maar de kleuren van de Herfst stemmen je somber. De mistige schimmen maken de mystiek bijna tastbaar.Er heerst een grijze leegte in jouw brein, je staat stil. Stil bij alles wat je moest loslaten, laten gaan. Omdat vasthouden wreder was, ondragelijk, misschien. Had je een keuze. De leegte om het gemis van Jeroen de Graaf is dreigend. Je hield veel van zijn boeken. Die vreemde avonturen in de natuur. Alsof het hele leven een bedreiging is. Alles wordt achtervolgt door zijn dood. Een dood die niemand heeft kunnen voorspellen. Maar die onherroepelijk was gekomen.Een sterven dat je nooit zal begrijpen. De nachtvogels zwermen rond de dood.Het moeras slaat zijn armen uit naar de eenzame ik. De onrustzaaier van het ego, de verdwaalde karaktermuis. Van de alleenstaande, wereldveroveraar, dromerige nul. Gecalculeerde aanbidder van een magere nachtmaan. Je leest de krant, hangt de was op, krabt de rug van de hond, neemt de oude tijdschriften door op zoek naar een artikel van Joop, een personage uit een boek.Zwart krijsende vogels met onrustige vleugels vliegen door de duisternacht over de oude stad, hoger de verdedigingsmuren, dichter het bos, dreigender het zompige moeras, borrelt en slikt geheimen in en spuugt natte slipjes uit. De nachtrust verdwenen zondigt adem en boert af en toe met groene ernst, milieubewust, hittebestendig, en slaapt de nacht in, tegen beter weten, en alles in teleurstelling, onmenselijk falen.Dit hebben we met niemand zo voorgesteld. Jij wist niet dat hij eenzaam was, eenzamer dan iemand kon zijn. Dan we samen dachten dat jij kon zijn. Je weet het nog steeds niet, hebt geen flauw idee. God heeft zijn gesprek met een schaduw. Een minnaar van de nacht en de lusten van het duister. Dat weet je uit zijn dagboek, zijn geheime vlugschriften, door niemand ooit gelezen,Een bijzonder eenzame schaduw, de schaduw van zijn geweten. Jeroen had een repeterend geweten. Hij was een schaduwkind, een schaduwman met een schaduwdroom, zijn worsteling met alles waar hij geen raad mee wist.De strakke beschouwing van de roofvogel wordt langzaam onsamenhangend. De bomen buigen, gedachten verdwijnen, gevoelens stompen af tot een onduldbare pijn die nergens vandaan schijnt te komen.Alle verbanden zijn zoekgeraakt in de wind, die woedend is en de gruwelvogels achterna jaagt. Deze nachtmerrie heeft geen einde laat in laatste hoop alle teugels los, voeten op de aarde, bewaar uw vrede, het einde is voorspoedig. Het zijn hersenspinsels. De eerste en laatste lentespinsels. De vroeger gesponnen dromen die aan een zijden draadje hangen. Naar aanleiding van het lenteverhaal van Jeroen de Graaf. Maar het is nu midden in de Herfst. De avond is koud en vochtig. Je mist hem. Je mist zijn verhalen. Je voelt je schuldig dat je hem nooit echt hebt leren kennen. Je las alleen zijn gedichten en zijn verhalen.En je bewonderde zijn gedichten. Je las ze soms wel tien keerachter elkaar, iedere keer hongerig naar meer. Je kreeg geen genoeg van zijn gedichten. Je dacht dat je hem begreep via zijn gedichten. Je voelde wel dat hij worstelde met het leven, maar je wist niet dat het zo erg was. Er was altijd zo veel leven, met de braamstruiken de landwegen, de bospaadjes, de wilde dieren, en bijzondere vogels, zijn ruige poëtische beleving van de natuur, waarin hij altijd een gevaar op de loer had liggen. Een leven vol bizarre feiten. En nu sta je hier, midden in de veranderende natuur. Er zwemmen wat meerkoetjes in het water, wat wilde eenden en in de verte een zwaan. Alles lijkt nooit veranderd, alleen het gevoel is verbijsterend anders. Wat was hij voor iemand? Was hij hier vaak bij deze boom? Het is een inspirerende omgeving. Maar je voelt dat je ontworteld raakt door de leegte, het niet kunnen begrijpen van de dood. Zijn dood. Zijn zelfgekozen dood. Onbegrijpelijke leegte. Onberispelijk stil. Terug in jezelf, met eenzame gedachten.


*
© oktober 2009, mobar